Wetgeving, het uitblijven van investeringen en het not-invented-here-syndroom belemmeren innovaties. Dat stelt Claudia Zuiderwijk, lid van het Zorginnovatieplatform (ZIP) en bestuursvoorzitter van het Tergooiziekenhuis, tijdens het ZIP event in de Beurs van Berlage. De zorgsector moet gaan samenwerken en de patiënt centraal zetten.
Kwaliteitstoets versus faillissement
Tijdens het ZIP event blikt Zuiderwijk terug op een jaar ZIP. In deze periode heeft het ZIP zich ondermeer bezig gehouden met de zorg voor ouderen en chronisch zieken, waaronder innovatieve projecten als MijnZorgNet, Mammaprint, Grip en POINT. Op basis van deze ervaringen concludeert het ZIP dat de wetgeving innovaties belemmert. Innovaties mogen pas op de markt komen met een officieel stempel van goedkeuring. Dit traject duurt zo lang dat innovatieve bedrijven financieel onder druk komen te staan of zelfs failliet gaan. Kleinere bedrijven ontbreekt het aan financiering voor deze langdurig procedure. ZIP ziet een rol weggelegd voor het College van zorgverzekeringen (CVZ) in het wegnemen van deze belemmering.
Investeren in applicatieontwikkelingen
Een andere belemmering is dat het investeren, door bijvoorbeeld zorgverzekeraars, in applicatieontwikkelingen niet geslaagd is. Zuiderwijk benadrukt dat staatssteun niet de bedoeling is, maar dat de investeringen juist uit het veld zouden moeten komen. Minister Klink maakte niettemin van de gelegenheid gebruik om te wijzen op de innovatiegelden die VWS beschikbaar stelt. Vorige week maakte Klink bekend tot en met 2012 100 miljoen euro vrij te maken voor vernieuwingen die bijdragen aan een betere zorg.
Not-invented-here-syndroom
Een andere hinderpaal is het not-invented-here-syndroom. Instellingen blijken in de regel sceptisch tegenover initiatieven van anderen te staan. Ook bureaucratie en schotjesgeest belemmeren de overdracht van ideeën. Zuiderwijk vindt dat er nog te veel wordt gedacht vanuit instituties in plaats van samenwerking en de patiënt. Om de ontschotting te bevorderen is de ZorgInnovatieWijzer ontwikkeld, welke tijdens het event gelanceerd werd. Initiatiefnemers Cathy van Beek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Dick Hermans van het CVZ en Henk Smid van ZonMw willen met de ZorgInnovatieWijzer schotten slechten en mensen de weg wijzen. Hermans ziet de ZorgInnovatieWijzer als een wegwijzer in het stelsel van verzekeraars en financieringen.
Bestaansrecht ZIP
In het veld is er het afgelopen jaar de nodige kritiek geweest op het ZIP. Het platform zou te weinig daadkracht tonen. Volgens Zuiderwijk is het ZIP een steunorgaan voor innovaties. ZIP is niet zelf een innovator of een eigenaar van innovaties. ZIP stimuleert innovaties, jaagt innovaties aan, agendeert deze en is “soms vervelend” om dit gedaan te krijgen. Zuiderwijk hoopt dat het platform over vier jaar overbodig is.
Klink: geld is geen probleem
Volgens Klink is geld geen probleem bij innovaties. Ook al zou er genoeg geld zijn voor de zorg, het personeel is er niet. Daarom moet er geïnnoveerd worden in het veld. VWS moet volgens hem hiertoe mogelijkheden creëren. Care en cure moeten volgens Zuiderwijk samen komen in langdurige, regionale samenwerkingsverbanden. Bussemaker sluit zich hierbij aan en voegt toe dat er binnen de zorg een gevoel van urgentie moet ontstaan om te innoveren. Zonder hierbij het wiel opnieuw uit te vinden. Bussemaker accepteert het excuus niet dat door de marktwerking instellingen geen kennis meer willen delen. Zij roept instellingen op met elkaar om tafel te gaan zitten en niet langer te roepen “Het mag niet van VWS, het mag niet van de Nza.”
Van Boxtel wil aandacht voor e-health
Menzis, Philips, Achmea, KPN, TNO en de Rabobank hebben tijdens het event Klink en Bussemaker een manifest aangeboden om e-health op te schalen. Roger van Boxtel van Menzis heeft iedereen uitgenodigd om mee te doen aan het Open Platform E-Health, en primair de bewindslieden. Hij wil meters maken met dit initiatief. Klink denkt dat e-health een thema van grote betekenis kan zijn voor het ZIP. Hij hoopt dat Nederland een etalage voor de wereld kan zijn, vergrijzing speelt immers mondiaal. Bussemaker is enthousiast over het initiatief, maar waarschuwt wel dat dergelijke initiatieven ook gedragen moeten worden door professionals en cliënten.