Bij de keuze voor marktwerking heeft de politiek onvoldoende aandacht voor het vaststellen en toetsen van publieke belangen. Ook zijn er dermate veel beleidswijzigingen dat de effecten van meer marktwerking niet altijd goed zichtbaar worden. Dit concludeert de Sociaal Economische Raad (SER) in het advies “Overheid en markt: het resultaat telt”.
Mengvormen
In het advies constateert de SER dat er in de praktijk vele mengvormen van overheidsbemoeienis en marktwerking bestaan. Daarom wil de SER niet van marktwerking of overheidsregulering spreken, maar van ‘ordeningsbeleid’ waarin uiteenlopende instrumenten elkaar aanvullen. De uitdaging is om per situatie die combinatie van beleidsinstrumenten te vinden die publieke belangen het beste waarborgt.
Onderzoeksvraag
Om deze reden is de SER is kritisch over de meegegeven onderzoeksvraag. De SER is gevraagd om vast te stellen in welke sectoren meer marktwerking mogelijk is. Deze vraag doet volgens de SER onvoldoende recht aan het gegeven dat marktwerking slechts een van de beleidsopties is. De SER ziet meer in een benadering waarbij verschillende oplossingsrichtingen naast elkaar worden gezet en de effecten onderling vergeleken worden.
Willekeur
Een dergelijke benadering vraagt om explicitering en operationalisering van de publieke belangen. Zolang dit niet voorafgaand aan beleidsbeslissingen gebeurt, blijft het achteraf meten van publieke belangen willekeurig, stelt de SER. De Markteffectentoets (MET) die de minister van Economische Zaken op voorspraak van de Tweede Kamer heeft ingevoerd, is volgens de SER een eerste stap naar een betere voorbereiding van ordeningsbesluiten. Maar de MET kent volgens de SER zwakke punten. Zo wordt de MET te laat in het beleidsproces uitgevoerd. Ook worden alleen de gevolgen van de gekozen beleidsvariant worden gepresenteerd.
Beleidsconsistentie
Volgens de SER wordt het zicht op de feitelijke gevolgen van ordeningsbesluiten vaak vertroebeld door het grote aantal beleidswijzigingen dat op dergelijke besluiten volgt. De daadwerkelijke gevolgen van beleid worden volgens de SER pas zichtbaar nadat marktpartijen de gelegenheid hebben gehad om hun gedrag aan de nieuwe omstandigheden aan te passen.
Motivatie
Een gebrek aan beleidsconsistentie komt de borging van publieke belangen volgens de SER niet ten goede. Frequente beleidswijzigingen ondermijnen de investeringsbereidheid. Bovendien raakt de motivatie van betrokkenen aangetast wanneer ze hun gedrag steeds aan het overheidsbeleid moeten aanpassen. Daarbij kunnen beleidswijzigingen contraproductief werken en calculerend gedrag in de hand werken. Als voorbeeld noemt de SER sectoren die van oudsher aan prijsregulering onderworpen zijn. Kostenbesparende maatregelen zullen uitblijven wanneer zulke baten op ad hoc wijze worden afgeroomd.
Verdelingsvraagstukken
De SER wijst er ook op dat de meeste veranderingsprocessen geen pure win/win-situaties zijn. Achter ordeningsbesluiten schuilen vaak ook verdelingsvraagstukken. De politiek moet vooraf aandacht besteden aan zowel positieve als negatieve effecten van beleidsvarianten voor specifieke groepen, zoals werknemers of patiënten.