Het aantal valincidenten bij thuiszorginstellingen is in de periode 2007-2013 licht gedaald van ruim 12 procent naar 9,8 procent. Bij instellingen voor wonen, welzijn en zorg is dit percentage in dezelfde periode met 9,8 procent gelijk gebleven. Dat blijkt uit de geactualiseerde cijfers van de Zorgbalans van het RIVM en het ministerie van VWS.
Uit de inventarisatie komt ook naar voren dat instellingen in 2013 meer hebben ondernomen op het gebied van valpreventie ten opzichte van vorige jaren. Het gaat dan om het toepassen van preventieve maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van de eerste val. Vooral de alarmering is sterk verbeterd.
Alarm
Else Stapersma, expert valpreventie van Zorg voor Beter, plaatst hier wel een kritische kanttekening bij. “Een alarm voorkomt niet dat iemand valt”, aldus Stapersma. “De gedachte na een val niet uren hulpeloos op de grond te hoeven liggen kan iemand wel een zekerder gevoel geven. Ik denk dat oefentherapie nog te weinig wordt ingezet door instellingen. We weten dat bewegen, en bijvoorbeeld balanstraining, een positief effect hebben op het voorkomen van vallen.”
Afspraken
Ook moeten cliënten nauwer betrokken worden bij de eigen valpreventie, vindt Stapersma. De cijfers laten juist zien dat er in 2013 minder vaak afspraken rondom vallen met de cliënt worden gemaakt. “Toch is het juist belangrijk om deze afspraken te plannen met de cliënt”, stelt Stapersma. “Zo maak je het onderwerp bespreekbaar en betrek je de cliënt bij de preventie en geef je hem of haar echt een eigen rol in het voorkomen van vallen.”