Gemeenten moeten bij hun nieuwe zorgtaken meer gaan sturen op kwaliteit in plaats van op kosten. Door de uitkomsten centraal te stellen bij de bekostiging kunnen de kosten lager worden. Dat stelt adviesbureau KPMG Plexus in het onderzoek ‘Betalen voor kwaliteit’.
Volgens KPMG doen de gemeenten er goed aan om nu al op kleine schaal uitkomstbekostiging in het ‘sociaal domein’ in te voeren. “Gemeenten krijgen in 2015 meer verantwoordelijkheden, maar moeten het met aanzienlijk minder geld doen dan tot nu toe in deze domeinen werd besteed”, stelt Karina Kuperus die bij KPMG Plexus gespecialiseerd is in de bekostiging van de zorg in het sociaal domein. “Dat betekent dat de druk op de gemeenten om de zorg en ondersteuning zowel goed als betaalbaar te houden, toeneemt.”
Breder resultaat
Sturen op kwaliteit lijkt strijdig te zijn met deze financiële uitgangspunten, maar volgens Kuperus leidt kwalitatief betere zorg en ondersteuning vrijwel altijd tot een lager volume en daarmee tot lagere kosten. De vraag is wel wat geschikte indicatoren zijn, die recht doen aan zowel de individuele beleving van de burger als aan de maatschappelijke effecten. “Waar in de gezondheidszorg het resultaat vooral bepaald wordt door de gezondheid van de individuele patiënt, wordt in het sociale domein een breder resultaat verwacht”, stelt Kuperus. “De zorg en ondersteuning die hier geleverd wordt, draagt niet alleen bij aan het welzijn van de individuele cliënt, zoals zijn gezondheid, zijn leefomstandigheden, zijn psychisch welzijn en zijn participatie in de maatschappij. De inzet draagt ook een maatschappelijk doel.”
Als voorbeeld noemt Kuperus hulp en ondersteuning aan de jeugd. Die draagt niet alleen bij aan het een groter welbevinden en lagere zorgvraag van jongeren, maar ook aan minder criminaliteit.
Leren
Uitkomstbekostiging door de lokale overheid kan volgens Kuperus ook risico’s met zich meebrengen. “Een voorbeeld hiervan is het gevaar van ‘gaming van data’. Als aanbieders te afhankelijk worden van de uitkomsten, komen zij in de verleiding om data achter te houden of te manipuleren”, legt Kuperus uit. Om die reden is het volgens Kuperus om te experimenteren in een overzichtelijke, gecontroleerde omgeving. “Juist in de beginfase is het leren van data erg belangrijk en is betrouwbaarheid essentieel. Op termijn is het dan ook noodzakelijk de aangeleverde kwaliteitsdata te verifiëren, net zoals de accountant nu doet bij financiële data.”