Burgemeester Paul Depla van Heerlen heeft maandag in de Volkskrant scherpe kritiek geuit op het wietbeleid van het kabinet. “De drempel om de wietcriminaliteit in te gaan is nooit zo laag geweest. Je hoeft maar een zolderkamer te hebben en je kunt beginnen. We hebben een crimineel monster gebaard dat zijn tentakels steeds verder uitslaat in stadswijken en dorpen”, aldus Depla in een interview met de krant. Hij pleit voor een grotere rol voor staatssecretaris Martin van Rijn in het debat.
Depla pleit samen met tientallen andere burgemeesters voor regulering van de wietteelt: gedoog niet alleen de verkoop in coffeeshops, maar ook de teelt van de softdrug. Heerlen is al bezig om een plan uit te werken voor een wietplantage om alle coffeeshops in Limburg te bevoorraden.
Gezondheidsvoordeel
De gereguleerde wietteelt heeft ook een gezondheidsvoordeel, vindt Depla. De overheid kan dan immers de kwaliteit van de wiet controleren en toezien op het gehalte van de werkzame stof THC in de drug. Een te hoog gehalte kan leiden tot psychoses.
De burgemeester van Heerlen mist in de hele discussie daarom de inbreng van staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid. “Cannabisbeleid gaat over volksgezondheid, net als alcoholbeleid. Van Rijn, laat je toch eens horen. Gereguleerde wietteelt is beter voor de volksgezondheid”, zegt Depla in de krant.
Kwaliteitscontrole
Depla vindt onacceptabel dat er nu geen enkele kwaliteitscontrole is op de wiet die aan de coffeeshops wordt geleverd. “Niemand weet wat erin zit, omdat het illegaal wordt gekweekt en door niemand wordt gecontroleerd.”
Staatssecretaris Van Rijn liet weten dat hij samen met Opstelten werkt aan de invoering van een maximum THC-gehalte in cannabis. “Ik ben het eens met Paul Depla dat cannabisbeleid ook over volksgezondheid gaat. Daarom werken mijn collega Opstelten en ik aan de invoering van een maximum THC-gehalte in cannabis. Overigens laten wij al zo’n 15 jaar het gemiddelde THC-gehalte controleren.” (ANP)