Het aantal verloskundigen in Nederland is de afgelopen tien jaar met 60 procent gegroeid. Vooral het aantal verloskundigen in ziekenhuizen nam sterk toe. Wel zijn er aanzienlijke regionale verschillen. Dit blijkt uit een inventarisatie van onderzoeksbureau Nivel.
Ziekenhuis
Vanwege een tekort aan verloskundigen is de opleidingscapaciteit de afgelopen tien jaar sterk uitgebreid en is het aantal verloskundigen flink toegenomen. In 2009 zijn er bijna 2500 verloskundigen werkzaam in Nederland. Ruim driekwart werkt in de eerste lijn, de rest in een ziekenhuis. In de afgelopen tien jaar is het aantal in het ziekenhuis werkzame verloskundigen sterker gegroeid dan het aantal eerstelijns verloskundigen: een groei van respectievelijk 150 procent tegen 45 procent. “Het is opvallend dat het beroep van verloskundige dat aanvankelijk vooral eerstelijnsdiscipline was, in toenemende mate ook in het ziekenhuis wordt uitgeoefend”, stelt NIVEL-onderzoeker Lammert Hingstman. “Gezien de ontwikkelingen binnen de verloskunde is het niet onwaarschijnlijk dat deze trend verder doorzet.”
Verloskundepraktijken
In totaal zijn er in 2009 in Nederland ruim 500 eerstelijns verloskundepraktijken. Dit aantal is in de afgelopen tien jaar met 10 procent toegenomen. Bijna tweederde van de praktijken is een groepspraktijk. Tien jaar geleden bestond de helft uit groepspraltijken. Het aantal solopraktijken is in diezelfde periode afgenomen van 22 procent in 1999 tot 16 procent in 2009. De meeste “eenpitters” zijn werkzaam in Drenthe (36 procent) en Limburg (31 procent).
‘Dichtheid’
Door de groei van het aantal verloskundigen is het ook de dekking van de verloskundige zorg toegenomen. Vorig jaar was er een verloskundige op iedere 1600 vruchtbare vrouwen. Tien jaar geleden lag dit aantal op 2600. Regionaal zijn er nog steeds aanzienlijke verschillen. In de provincies Flevoland (1300) en Gelderland (1400) is de ‘verloskundigendichtheid’ het hoogst en in Zeeland (2500) en Groningen (2100) het laagst.