Ruim vijf procent van de wachtlijst in de AWBZ moet aangemerkt worden als “problematisch”. De grootste probleemgroepen zijn jeugdige licht verstandelijk gehandicapten (jeugd-lvg) met gedragsproblemen (2100 wachtenden) en dementerende ouderen (1600 wachtenden). Dit blijkt uit het rapport ‘Resultaten verdiepend onderzoek naar wachtlijsten voor Verpleging & Verzorging en Gehandicaptenzorg’.
Tekort aan verblijfsplaatsen
De personen op de problematische wachtlijst moeten langer wachten dan de zogeheten Treeknorm eer ze zorg krijgen. De overschrijding van de Treeknorm wordt veroorzaakt door een tekort van ruim 3500 verblijfsplaatsen. Hoewel er meer gebouwd wordt om verblijfsplaatsen te kunnen aanbieden, blijft de wachtlijst bestaan. Niet alleen het aanbod groeit, maar ook de vraag naar zorg neemt toe. Bij de jeugd-lvg speelt ook een probleem met de doorstroom van de ene naar de andere zorgverlener en daarnaast een gebrek aan specifiek aanbod voor de zwaarste gevallen die wachten op een plaats in een orthopedagogisch behandelcentrum. Vanwege deze problemen ontstaat een volgend probleem: de wachttijd voor extramurale zorg is langer dan de Treeknorm van zes weken. Jeugdige cliënten maken namelijk gebruik van ambulante zorg ter overbrugging.
Dementerende ouderen
Naast jong verstandelijke gehandicapten moeten ook dementerende ouderen te lang wachten. Daarnaast is er een groep van ongeveer 750 personen met een meervoudige complexe problematie. De personen op deze problematische wachtlijst krijgen wel overbruggingszorg aangeboden en ook is crisiszorg voor hen beschikbaar.
Wachtlijsten verkorten
Om de wachttijden te verkorten wil staatssecretaris Bussemaker meer laten bouwen, onder meer door 2,7 miljard euro te investeren in nieuwe initiatieven. Ook zet ze in op extramuralisering, waardoor er meer ruimte komt bij intramurale zorg. Om de wachtlijstproblematiek bij de jeugd-lvg het hoofd te bieden wil zij meer aanbod realiseren, zorgvernieuwing en doorstroming realiseren en investeren in kennisvermeerdering bij behandeling. Bussemaker staat onder meer toe dat andere gehandicaptenorganisaties dan de 21 orthopedagogische centra behandelzorg leveren. Als kern van haar beleid noemt Bussemaker dat ze ruimte laat aan het veld. Het veld moet met initiatieven komen en het aanbod wordt niet meer van bovenaf gestuurd, zoals tot 2006 via de Wet Ziekenhuisvoorzieningen het geval was.
Toegankelijkheid AWBZ stabiel
De toegankelijkheid van de AWBZ is over het geheel genomen stabiel in de afgelopen jaren, is de hoofdconclusie van het onderzoeksrapport. Uit het rapport blijkt dat de toegang tot de AWBZ-zorg goed gewaarborgd blijft: bijna negentig procent van de ruim 700 duizend cliënten met een (nieuwe) AWBZ-indicatie in 2007 krijgt zorg binnen de Treeknormen.
Aanvullend onderzoek
Bussemaker wil voortaan naast het onderzoeksrapport ook dat aanvullende analyses worden opgesteld gebaseerd op de ervaringen van cliënten. Verder wil zij een vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de gegevens.