Onderzoekers evalueerden in opdracht van ZonMw het tuchtrecht in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en concluderen dat zorgorganisaties het lerende gedeelte van lichtere klachten moeten overnemen.
Het tuchtrecht zou zich in dit scenario volgens de onderzoekers alleen nog moeten concentreren op ernstige klachten of herhaalde tekortkomingen. Bij dit voorstel hoort ook dat de toegang tot de tuchtrechtprocedure moeilijker wordt, alleen ernstige klachten worden nog behandeld.
Lerende zorgorganisaties
Leren en corrigeren gaan doorgaans niet goed samen, zeggen de onderzoekers in de evaluatie. Het tuchtrecht is niet het meest geschikte instrument om de medische sector iets te leren. Het leren en kwaliteitsbevordering zou volgens de onderzoekers beter op zijn plaats zijn bij zorginstellingen. Die zijn door de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) al bezig met openheid over fouten en incidenten. “Als lerende zorgorganisaties zetten zij zich in om de kwaliteit van de zorgverlening binnen hun instelling of praktijk te verbeteren”, zo staat in de evaluatie.
In de woorden van de onderzoekers: “De kracht van dit scenario is dat het tuchtrecht zich richt op waar het oorspronkelijk voor bedoeld was. En waarvoor het ook het meest geschikt lijkt: het ter verantwoording roepen van beroepsbeoefenaren als door hun handelen of nalaten de kwaliteit van de zorg zodanig in het geding is, dat een serieus persoonlijk verwijt en corrigerend optreden gerechtvaardigd zijn.”
Bijkomend voordeel van deze keuze is volgens de onderzoekers dat klachten die veroorzaakt worden door ‘collectieve zorgverbanden’ niet meer thuishoren in het tuchtrecht. Want dat past beter bij de Wkkgz.
Weerstand
Bij brancheverenigingen in de zorg is er steeds meer weerstand tegen het tuchtrecht. De onderzoekers stellen dat volgens het zorgveld tuchtprocedures te veel een bestraffende uitstraling hebben en daardoor niet bijdragen aan het leren van gemaakte fouten. Bovendien kunnen tuchtklachten makkelijk door klagers worden ingediend, maar voor zorgverleners is het belastend en roept het spanning en onzekerheid op. “Het risico op een tuchtklacht zou tot risicomijdend of defensief handelen kunnen leiden. Dit alles zegt iets over het draagvlak voor het tuchtrecht in het veld”, aldus de onderzoekers.
Reactie minister
Demissionair minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Jan Anthonie Bruijn (VVD), gaat de evaluatie bestuderen en neemt in 2026 een beslissing over de richting van het tuchtrecht.
