Kleine verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorginstellingen presteren beter dan grote aanbieders. De voordelen van een grote organisatie bestaan niet of worden onvoldoende benut. Dit constateert staatssecretaris Bussemaker op basis van het onderzoeksrapport ‘Trouw aan de belofte’ van Gupta Strategists.
Variatie
In het onderzoek vergelijkt Gupta de kwaliteit alsmede de financiële en operationele prestaties in de sector van de verpleging, verzorging en thuiszorg over de jaren 2007 en 2008. Gupta constateert een grote variatie, met aan de ene kant zo’n twintig instellingen met een jaaromzet boven de 100 miljoen euro en aan de andere kant zo’n tweehonderd instellingen met minder dan tien miljoen euro jaaromzet.
Onduidelijke focus
De focus van de activiteiten loopt ook sterk uiteen. Ongeveer een derde van de totale omzet komt voort uit kernactiviteiten in de VVT-sector. Het resterende deel is terug te voeren op activiteiten in andere segmenten van de AWBZ of de ziekenhuissector. Opvallend is dat instellingen die zich geheel richten op de VVT qua winst als eigen vermogen beter scoren dan meer gemengde organisatie. “Deze bevindingen geven aan dat synergievoordelen tussen verschillende sectoren beperkt zijn”, aldus Gupta. “Een onduidelijke focus lijkt juist voor inefficiëntie te zorgen.”
Miljardenbesparing
Het onderzoeksbureau komt tot de conclusie dat de VVT-sector één tot bijna drie miljard euro kan besparen door efficiënter te werken. Het gaat bijvoorbeeld om het schrappen van onnodige handelingen. Ook groeien de kosten van instellingen onnodig door te dure inkoop van goederen. Volgens staatssecretaris Bussemaker kan er alleen efficiencywinst worden geboekt als aanbieders de kwaliteit van zorg centraal stellen. “Er moet gebroken worden met puur bedrijfsmatig denken in termen van fuseren en groeien”, aldus Bussemaker. “Instellingen moeten denken vanuit de patiënt en de professional. Dat leidt tot slimmer en goedkoper werken. Mijn visie is dat we weer terug moeten naar de kern van de langdurige zorg: goede zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Dat betekent in de eerste plaats: alles in het werk stellen om er voor te zorgen dat verpleegkundigen zo veel mogelijk tijd kunnen besteden aan direct contact met hun cliënten. Zo werken we aan een langdurige zorg waarin het welbevinden van de cliënt weer centraal komt te staan. Dat is waar mensen recht op hebben en wat je in een land als Nederland mag verwachten.”
Minder thuiszorg
Gupta constateert niettemin een ontwikkeling die haaks staat op het pleidooi van de staatssecretaris. In 2008 is er met een daling van één procent minder zorg thuis geleverd dan in de jaren daarvoor. Een zorgelijke ontwikkeling, vindt Gupta. Niet alleen doet thuiszorg recht aan de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen, thuiszorg is tevens de meest kosteneffectieve vorm van ouderenzorg. Om de extramuralisering van zorg door te zetten moet het volume van de thuiszorg volgens Gupta met minstens met drie tot vier procent per jaar groeien.