Orgaandonateurs die bij leven een nier of stukje lever afstaan kunnen vanaf 1 juni subsidie krijgen voor kosten die zij als gevolg van de donatie moeten maken. Minister Klink wil zo onnodige drempels voor donatie bij leven verkleinen.
Levende donaties
Er is in Nederland een tekort aan donororganen van mensen die overleden zijn. Daardoor zijn er steeds meer mensen die bij leven een nier of stukje lever doneren. In 2008 waren er 418 levende nierdonaties, in 2000 waren dat er 174.
Onnodige drempel
De onkosten die bij donatie komen kijken, kunnen een mogelijke drempel vormen in de keuze om wel of niet te doneren. Door de subsidieregeling wil Klink dat mensen een weloverwogen keus kunnen maken of ze bij leven willen doneren. De tegemoetkoming kan tot een jaar na donatie worden aangevraagd. Het gaat om kosten die niet door andere instanties gecompenseerd worden. Een voorwaarde is dat de kosten een direct gevolg zijn van de donatie, zoals inkomstenderving bij zelfstandigen zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering, medische kosten die niet door de zorgverzekeraar worden vergoed, de eigen bijdrage aan de gemeente voor Wmo-hulp, reis- en verblijfkosten en opvang van kinderen.
Subsidie aanvragen
Mensen die bij leven een nier of een stukje lever hebben gedoneerd kunnen voor bepaalde kosten subsidie aanvragen bij de Nierstichting. Naar verwachting wordt de regeling voor de subsidie met ingang van 2011 door een publieke organisatie uitgevoerd. Tot die tijd voert de Nierstichting de regeling uit.