De uitbraak van het coronavirus heeft de zorg op ongekende wijze opgeschud. Wat kunnen we leren van deze gezondheidscrisis? En welke kansen zijn er om de beweging naar de Juiste Zorg op de Juiste Plek (JZOJP) door te zetten? Hierover ging Simon Broersma, hoofdredacteur Skipr, Zorgvisie en Qruxx, op 7 juli in gesprek met opiniemakers Sophie Bijloos en Danka Stuijver. Tijdens de live webinar konden deelnemers stemmen op de stellingen en vragen insturen.
Heeft u de webinar gemist of wil u deze nog eens terugkijken? Dat kan hier.
E-health als nieuwe norm
E-health heeft tijdens de coronacrisis een toevlucht genomen. En dat digitale zorg een steeds grotere rol speelt in het zorgaanbod, bleek ook uit de eerste poll. Op de stelling: ‘Zijn slimme zorg en e-health de nieuwe norm?’ reageerde 76 procent van de deelnemers met ‘ja’.
Volgens Danka Stuijver, huisarts en Volkskrant-columnist, kan corona gezien worden als katalysator om projecten die anders zouden stranden toch succesvol te laten verlopen. “Een voorbeeld van zo’n succes zijn bijvoorbeeld de digitale spreekuren, zodat we als huisartsen toch hulp of afstand konden bieden”. Toch merkt ze dat de reflex bij assistentes om weer fysieke consulten in te plannen weer terugkomt. “Niet gek, want daar is het triage-systeem waar we mee werken ook op ingericht.”
Ook Sophie Bijloos, adviseur en onderzoeker in de zorg, denkt dat e-health veel mogelijkheden biedt. “Vreemd eigenlijk dat we nog steeds over e-health praten. Het inmiddels een standaard onderdeel van onze dienstverlening geworden. Ik denk dat digitale zorg veel mogelijkheden biedt. Zo kunnen zorgmedewerkers bijvoorbeeld een anonieme ‘stresstest’ doen. Daar leent e-health zich goed voor.”
Het moment voor preventie
In het tweede deel van de webinar gaat de hoofdredacteur van Skipr, Zorgvisie en Qruxx in op preventie. Zorg voorkomen is net zo belangrijk als zorg verlenen, en het verband tussen leefstijlgerelateerde ziekten en het verloop van corona is inmiddels vaak genoeg aangetoond in studies. De vraag ‘Is dit het moment om meer aan preventieve zorg te doen?’ beantwoordde een flinke meerderheid van de deelnemers (bijna 86 procent) dan ook met ‘ja’.
Stuijver: “De nieuwsitems waarbij de camera’s gericht waren op zwaarlijvige ic-patiënten, hebben bij veel mensen geleid tot een wake-up call. Hoe kan ik gezonder leven? Mag ik nog een croissant eten als ontbijt? Er leefden veel vragen. Voor de coronacrisis bestonden er ook al veel preventieprojecten, maar die werden niet gefinancierd vanuit de zorgverzekeraar. Om preventie te laten slagen denk ik dat een integrale bekostiging wel heel belangrijk is.”
Om preventieve zorg te bevorderen, denkt Bijloos dat de grens tussen het welzijnsveld en de zorg minder strikt moet zijn. “Ik verbaas me over hoe weinig kennis wij, burgers, hebben over het medische. Waarom komt er geen vak gezondheid op school? Waarom introduceren we niet een maatschappelijke stage in de zorg, zodat scholieren de zorg al op jonge leeftijd leren kennen?”
Regionale samenwerking noodzakelijk
In het laatste deel van de webinar bespreekt Broersma de pijler samenwerking. Hoewel netwerkzorg de toekomst is, blijkt het in de praktijk best complex om domeinoverstijgend te werken. De derde stelling van de webinar luidde: ‘Is regionale samenwerking noodzakelijk om de zorg doelmatiger en dichterbij de burger te organiseren?’ Hier leken bijna alle deelnemers het over eens te zijn: ruim 93 procent antwoordde ‘ja’. Maar hoe doe je dat in de praktijk, samenwerken in de regio?
Het luchtwegspreekuur is een goed voorbeeld van een succesvolle, regionale samenwerking, vertelt Stuijver. “Omdat patiënten mogelijk corona hadden, mochten we hen niet op de praktijk zien in verband met besmettingsgevaar voor andere, kwetsbare mensen. Daarom ontstond er een samenwerking tussen verschillende huisartsparktijken in de regio: de luchtwegspreekuren. Tijdens deze uren zagen waarnemende huisartsen ook patiënten van andere, voorheen ‘concurrerende’, praktijken.”
Als adviseur en onderzoeker in de zorg wordt Bijloos vaak gevraagd ‘hoe organiseer ik samenwerking?’. Bijloos denkt echter dat samenwerking niet als doel gezien moet worden, maar als middel. “Tijdens de coronacrisis zag je ook dat samenwerking duidelijk niet het doel was; dat was het bestrijden van corona. Verder denk ik dat je wanneer je de rollen binnen een team ontleedt, en echt kijkt naar wie er deel uitmaken van het team, je zo optimaal mogelijk gebruik maakt van de kracht van mensen.”
Een blik vooruit
Broersma sluit de webinar af met de belangrijkste lessen die we uit de afgelopen maanden kunnen trekken. Wat nemen Stuijver en Bijloos mee naar de toekomst? Voor Bijloos is dat het streven om vandaag al te beginnen met dingen anders te doen, met actie ondernemen. “Het is echt niet nodig om te wachten totdat regels of systemen die die veranderingen faciliteren op orde zijn. Kijk naar waar je zelf invloed op hebt. Hoe kan ik preventie bevorderen? Begin met een fruitschaal in de kantine te zetten, bijvoorbeeld.”
Voor Stuijver is de enorme bereidheid en wil van zorgprofessionals om het zorgsysteem structureel te veranderen de belangrijkste les. “Het pad dat we voor de crisis bewandelden, zou vroeg of laat tot een enorme stijging in de kosten leiden. Iedereen realiseert zich nu dat er iets moet veranderen. Die bewustwording is er nu, we staan met z’n allen even stil: waar waren we nu eigenlijk altijd zo druk mee?”