Zorginstellingen worden steeds afhankelijker van financiers door gebrek aan concurrentie op de bancaire markt. Dat constateert het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ) in zijn jaarverslag.
Doorslaggevende rol
De afhankelijkheid van de banken is volgens het WfZ inmiddels zo groot dat ze een doorslaggevende rol hebben bij het al dan niet realiseren van zorginfrastructuur. Bij beslissingen over kredietverlening wordt volgens het WfZ ook nauwelijks nog gekeken naar de kredietwaardigheid van de individuele zorginstelling. Zaken die normaal gesproken bij kredietverlening centraal staan, zoals de solvabiliteit, de rentabiliteit, de kwaliteit van het management en de onderpandwaarde van het vastgoed, speelden bij afwegingen binnen de zorgsector vrijwel geen rol, aldus het WfZ.
Onduidelijkheid
Bij financiering in de zorgsector laten financiers zich volgens het WfZ leiden door twee macrofactoren, te weten: de krappe kapitaalmarkt als gevolg van de crisis en de gevolgen van stelselwijzigingen in de zorg. Financiering wordt bemoeilijkt door de aanhoudende onduidelijkheid over het toekomstige bekostigingsstelsel en de aanpak van de hierbij horende overgangsperikelen. Het WfZ roept daarom op tot duidelijke politieke keuzen.
Daling
Ondanks het sombere financiële klimaat heeft het WfZ meer garantiestellingen verstrekt dan verwacht. In 2009 werd voor ongeveer 850 miljoen euro aan nieuwe langlopende garanties verstrekt. Dit is 100 miljoen euro minder dan in 2008, maar 100 miljoen euro meer dan was begroot. Wel verwacht het WfZ in 2010 een verdere daling. Het aantal zorginstellingen dat is aangesloten bij het WfZ groeide in 2009 van 1.574 naar 1.654, een toename van ruim vijf procent. In totaal staat het WfZ garant voor bijna 8,1 miljard euro aan leningen.