Ruim 3 procent van de Nederlanders heeft in 2017 gebruikgemaakt van gezondheidszorg in het buitenland. Het gaat dan bijvoorbeeld om een bezoek aan de huisarts, tandarts of het ziekenhuis. Dit percentage is sinds 2010 nagenoeg ongewijzigd, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De meeste mensen die de afgelopen twaalf maanden gebruikmaakten van buitenlandse gezondheidszorg hadden zorg nodig hadden tijdens een verblijf in het buitenland. Ze waren bijvoorbeeld op vakantie of op zakenreis. Redenen als betere, goedkopere of snellere zorg worden minder vaak genoemd.
Mensen met een migratieachtergrond maken meer gebruik van zorg in het buitenland dan personen met een Nederlandse achtergrond. Het sterkst geldt dit voor mensen met een westerse migratieachtergrond die in het buitenland zijn geboren. Ook mensen met een niet-westerse migratieachtergrond gebruiken vaker zorg in het buitenland dan mensen met een Nederlandse achtergrond.
Huisarts
Turkije, Spanje, België en Duitsland zijn de landen waar Nederlanders het vaakst een beroep hebben gedaan op zorg, elk met 9 procent. Ruim een derde van degenen die in het buitenland zorg hebben gekregen, is bij een huisarts geweest. Ook is er vaak contact met een specialist (29 procent), voor bijvoorbeeld een poliklinische behandeling, spoedeisende hulp of het maken van foto’s.
Van alle leeftijdsgroepen is het buitenlandse zorggebruik het hoogste onder twintigers. Jongeren en 75-plussers doen minder vaak een beroep op zorg in het buitenland.