De invloed van de Europese Unie (EU) op gezondheidsbeleid is groter dan het lijkt. En dat heeft serieuze gevolgen voor fundamentele mensenrechten. Dat blijkt uit promotie-onderzoek van Anniek de Ruijter. De Ruijter keek daarvoor naar drie casussen, waaronder de manier waarop de EU in 2009 omging met de varkensgriep.
De promovenda concludeert dat gezondheidsbeleid al heel snel een impact kan hebben op mensenrechten. Bijvoorbeeld op de bescherming van privacy en persoonsgegevens. “Bij de uitbraak van de varkensgriep werden bijvoorbeeld de medische gegevens van patiënten met de griep door heel de EU verspreid”, aldus de Ruijter.
Bindende regels
Juridisch gezien is de macht van de EU helemaal niet zo groot. Punt is volgens De Ruijter alleen dat niet-bindende afspraken vaak samenhangen met bindende regels, waardoor lidstaten zich moeilijk aan de afspraken of voorschriften op Europees niveau kunnen onttrekken. Uit haar onderzoek blijkt bovendien dat de macht van de EU op gezondheidsbeleid steeds maar blijft groeien omdat deze praktische gebondenheid uiteindelijk vaak weer wordt gevolgd door juridische regels. “Als dit beleid steeds belangrijker wordt en ook nog eens een impact heeft op fundamentele rechten, dan kan men zich de vraag stellen of het wel zo legitiem is”, aldus De Ruijter.
De Ruijter onderzocht behalve de varkensgriep, de groeiende rol van de Europese bureaucratie die zich met gezondheidsbeleid bezighoudt, en het Europees beleid over de toegang tot ziekenhuizen en artsen over de grenzen van de nationale zorgsystemen.