De Inspectie voor de Gezondheidszorg breidt het onderzoek uit in de zaak van de huisarts Tromp uit Tuitjenhorn. Hij pleegde zelfmoord nadat hij in opspraak was geraakt vanwege de dood van een terminaal zieke patiënt. De inspectie gaat nog minstens vijf andere hulpverleners onderzoeken. Dat meldt de NOS.
De IGZ baseert zich op het strafrechtelijk onderzoek dat het Openbaar Ministerie eerder heeft gedaan, aldus de NOS. De inspectie voert een calamiteitenonderzoek uit. Bij zo’n onderzoek probeert de inspectie vast te stellen of de betrokkenen vermijdbaar of verwijtbaar hebben gehandeld. Het verdere onderzoek richt zich op een apotheker in Tuitjenhorn, een huisartsenpost, een individuele huisarts en ten minste twee andere betrokkenen. Volgens de NOS is een van de centrale vragen hoe de huisarts aan de grote hoeveelheden morfine en dormicum kwam. Lopende het onderzoek doet de IGZ geen mededelingen.
Protocol euthanasie
Tromp diende in augustus een terminaal zieke patiënt een bijzonder hoge dosis morfine en dormicum toe, waarna de man overleed. De hoeveelheid morfine die Tromp toediende zorgde ervoor dat de IGZ hem op non-actief zette. Het OM begon een strafzaak tegen de arts, die kort daarna zelfmoord pleegde.
Handelswijze IGZ
De beroepsvereniging voor huisartsen, VPHuisartsen, is op de bres gesprongen voor Tromp en wil dat minister Schippers een extern, onafhankelijk onderzoek laat doen naar de gebeurtenissen in de zaak . Dat onderzoek moet zich concreet richten op de manier waarop ziekenhuis AMC, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Openbaar Ministerie de zaak tegen Tromp hebben aangepakt. De huisartsen willen weten waarom het AMC zonder hoor en wederhoor Tromp aangaf bij de IGZ. Ook wil de beroepsvereniging weten waarom de IGZ zonder contact met de huisarts direct justitie inschakelde. De organisatie vraagt zich verder af of het OM zich voldoende “rekenschap heeft gegeven van de risico’s van het optreden tegenover een uiterst kwetsbare huisarts”.