De vrouwelijke specialist krijgt een excellentietoeslag van 10 procent, terwijl een mannelijke collega’s een excellentietoeslag ontvangt van 15 procent. Volgens het Collega kan het ziekenhuis niet aantonen dat er een goede reden is voor het verschil in beloning. Hierdoor maakt het ziekenhuis dus richting de vrouw onderscheid op grond van geslacht.
Excellentietoeslag
Bij Stichting Sint Maartenskliniek komen medisch specialisten in aanmerking voor een zogenoemde ‘excellentietoeslag’. Dit is een bonus van maximaal 15 procent bij het brutosalaris. De toeslag wordt toegekend bij ‘bovengemiddelde prestaties’. Dat kan bijvoorbeeld bij extra werkzaamheden die (deels) buiten werktijd worden uitgevoerd.
Discriminatie
Om te beoordelen of er sprake is van discriminatie, vergelijkt het College de mannelijke en vrouwelijke specialisten met elkaar. De twee zijn in 2011 en in 2008 in het ziekenhuis komen werken in dezelfde functie. Ook zijn ze toen op hetzelfde salaris ingeschaald. De vrouw ontvangt een excellentietoeslag van 10 procent, voor de man bedraagt deze 15 procent. Dit zorgt voor een verschil in salaris.
Om de hoogte van de toeslag te bepalen, wordt dus onder andere gekeken naar de extra werkzaamheden. De vrouw en de man hebben allebei een formulier ingevuld waarin deze werkzaamheden in categorieën worden verdeeld. De formulieren worden beoordeeld door een bestuur. Dat bestuur neemt ook eigen ervaringen met de werknemer mee en kijkt ook naar informatie van de medisch manager.
Tot slot heeft het College de aanvullende werkzaamheden van de vrouw en de man met elkaar vergeleken. Het College ziet dat deze vergelijkbaar zijn en daarmee is er sprake van een vermoeden van onderscheid.
Verschil niet gerechtvaardigd
Doordat er sprake is van een vermoeden van onderscheid, is het aan het ziekenhuis om te bewijzen dat dit niet klopt. Het ziekenhuis kan dit doen door aan te tonen dat er een goede reden is voor het verschil in beloning. Het ziekenhuis komt hiervoor met twee argumenten. Zo zou de man volgend de medisch manager een hogere toeslag verdienen omdat hij ‘’meer initiatief toont’’ en een ‘’kartrekker’’ is. Ten tweede zegt het ziekenhuis een goede procedure te hebben die niet discriminerend is.
Het zijn van een ‘kartrekker’ is volgens het College een subjectieve beoordeling. Dit houdt in dat het een persoonlijke mening kan zijn. Zo’n beoordeling kan zorgen voor (onbewuste) vooroordelen en discriminerende opvattingen. Verder oordeelt het College dat de procedure van het ziekenhuis niet goed inzichtelijk of te controleren is. Zo is niet duidelijk hoe de aanvullende werkzaamheden worden beoordeeld en krijgen werknemers ook geen inzage in de uiteindelijke beoordeling.

Kar-trekker is niet gender bepaald.
Bij huisartsen heet het “praktijkhouder”,