De Gezondheidsraad concludeert onder andere dat het risico op longontsteking 73 procent hoger is binnen een straal van 500 meter van een geitenhouderij. De raad adviseert onder meer om uit voorzorg een afstandsnorm van 1 kilometer te hanteren tussen geitenbedrijven en huizen.
De beide ministers gaan dat rapport nu eerst “goed bestuderen en met elkaar afwegen wat we doen”. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) deed al eerder onderzoek naar een verband tussen longaandoeningen onder omwonenden van geitenboerderijen en kwam tot vergelijkbare bevindingen. De beide ministers vroegen om het onderzoek. Het werd een dag eerder gepubliceerd, omdat de conclusies zondag al uitlekten.
LTO
Land- en tuinbouworganisatie LTO zegt eveneens het advies zeer serieus te nemen en de aanbevelingen te bestuderen. De geitenhouderij kwam vorige week al met een eigen plan om bacteriële concentraties en emissies in stallen te verlagen. Daarbij worden bijvoorbeeld alternatieve methoden onderzocht voor het omgaan met stalmest en strooisel.
“Volksgezondheid is in ieders belang. De geitenhouderij heeft het initiatief en haar verantwoordelijkheid genomen door zelf met een sectorplan te komen”, aldus Jos Tolboom, voorzitter LTO Geitenhouderij. Er wordt nu gekeken of het advies aanleiding is voor wijzigingen of toevoegingen aan het sectorplan.
Provincie Brabant
De provincie Noord-Brabant vindt dat het kabinet moet doorpakken nu de Gezondheidsraad in een rapport op de risico’s rond geitenhouderijen heeft gewezen. “Wij hebben handelingsperspectief nodig. Uniforme landelijke kaders die provincies en gemeenten in staat stellen om gezondheid expliciet en concreet te beschermen”, zegt gedeputeerde Saskia Boelema (gezondheid).
“Het bevestigt wat wij in Brabant al jaren onderkennen. In 2017 hebben we met het Brabantse geitenmoratorium als enige provincie vroegtijdig een stevig signaal afgegeven en feitelijke uitbreiding van geitenstallen stopgezet”, aldus Boelema. De gedeputeerde zegt de zorgen van de mensen die in de buurt van geitenhouderijen wonen te erkennen en te herkennen. (ANP)