Op veel plekken binnen Zorggroep Charim is sprake van sociale onveiligheid, angst en intimidatie. Dit komt onder meer door de stijl van leidinggeven van de raad van bestuur, zo stelt het bureau Basis & Beleid na onderzoek bij de zorgorganisatie.
Op aandringen van de vakorganisaties CNV, NU ’91 en de RMU is in januari een onderzoek gestart na meldingen over onder meer intimidatie door bestuurder Henk Prins. Werknemers van de christelijke zorggroep Charim zeiden bang te zijn om vragen te stellen of om hun mening te geven. De resultaten van het onderzoek van Basis & Beleid zijn maandag gepresenteerd.
Schuldige
Onduidelijkheid over de regels en de manier waarop die worden toegepast zorgt voor een gevoel van onveiligheid onder medewerkers. Als er fouten worden gemaakt, wordt vooral gezocht naar een schuldige en werd niet gekeken hoe er van de fouten kan worden geleerd of welke onderliggende patronen eraan ten grondslag liggen. Binnen een aantal afdelingen treden leidinggevenden intimiderend op, stelt het rapport.
Onder het midden- en hogere kader is de stijl van leidinggeven van de raad van bestuur een bron van gevoelens van onveiligheid. Volgens de respondenten in het onderzoek ontbreekt een concrete invulling van de bestuursfilosofie. De invloed van directeuren is sterk ingeperkt en de raad van bestuur grijpt naar eigen inzicht in op lagere niveaus.
Herkenning
Henk Prins reageert op de website van Charim op het rapport: “Het doet pijn om te lezen dat de zorggroep door allerlei oorzaken niet voor iedereen een veilige plek is om te werken. De conclusies uit het rapport herken ik en liggen in het verlengde van onder meer het laatste medewerkertevredenheidsonderzoek. Er komt veel op onze mensen af. De organisatie is volop in beweging. Het rapport legt bloot waar ik, en waar wij, binnen onze organisatie verder aan moeten werken: meer duidelijkheid, meer openheid, meer ruimte voor eigen verantwoordelijkheid. Dit heldere rapport en de aanbevelingen helpen ons om dat te realiseren.”
Bonden
Het onderzoeksbureau doet een aantal aanbevelingen, met name op het terrein van de besluitvorming binnen de organisatie. De vakbonden vinden de conclusies uit het rapport “pittig”, maar zien in de aanbevelingen aanknopingspunten om samen met Charim verbeteringen door te voeren.
Daarbij is openheid en transparantie echter van groot belang, laat de RMU in een reactie weten. “De onderzoeksresultaten sluiten aan bij de signalen die wij van onze leden kregen”, zegt RMU-onderhandelaar Gerro de Jager. “Al zijn de conclusies hard, toch is het van belang dat ze nu op tafel liggen. Ze geven namelijk voor alle betrokken partijen aanleiding om met elkaar hard te gaan werken aan oplossingen die de sociale onveiligheid binnen Charim tot minimale proporties terugbrengen.”
Karin Kasper, bestuurder van CNV Zorg & Welzijn, leeft mee met de medewerkers van Charim en is tevreden over de aanbevelingen in het onderzoeksrapport. “Het is belangrijk dat er onafhankelijke coaching en monitoring blijft plaatsvinden vanuit Basis & Beleid organisatieadviseurs”, reageert Kaspers. “Verder vind ik het belangrijk dat vakbonden en ondernemingsraad in een stuurgroep betrokken blijven om het proces naar een sociaal veiliger Charim zorgvuldig te volgen. Dit is nog maar een startpunt. Uiteindelijk willen we dat medewerkers van Charim de ruimte krijgen om te doen waar ze goed in zijn, de zorg voor cliënten.”