De hartcentra in Nederland hebben de operatieve zorg op orde. Toch is er ook ruimte voor verbetering, concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) na onderzoek.
In 2015 heeft de inspectie twaalf cardiothoracale centra bezocht en daar een aantal onderdelen van het operatief proces getoetst. De meeste protocollen waren in orde en de medicatieveiligheid was in vrijwel overal voldoende, schrijft de IGZ in haar rapportage. In alle bezochte ziekenhuizen werden patiënten voor- en na de operatie goed geïnformeerd.
Tellen
Op een aantal belangrijke punten ziet de inspectie ruimte voor verbetering. Zo kan in een enkele bezochte ziekenhuizen de uitvoering van overdrachtsmomenten en de time-outprocedure beter. Ook het tellen van instrumenten, gazen en disposables aan het eind van de operatie moet beter, dit werd niet altijd consequent door twee personen uitgevoerd, stelde de IGZ vast.
Tot slot, wijst de inspectie de cardiothoracale centra op het belang van hygiëne en infectiepreventie. Medewerkers moeten elkaar hierop blijven aanspreken. Het aantal deurbewegingen tijdens operaties kan minder en haren moeten beter bedekt worden door de muts, aldus de IGZ.
Laagdrempelig
De ziekenhuizen die op onderdelen onvoldoende scoorden, hebben inmiddels verbeteringen doorgevoerd. Omdat de inspectie de afgelopen jaren veel aandacht heeft besteed aan de naleving van de richtlijnen en duidelijke verbetering in naleving constateert, ziet zij grootschalige toezichtactiviteiten in ziekenhuizen op dit onderwerp momenteel niet als zinvol.
Wel zal de inspectie de komende jaren laagdrempelig onaangekondigde bezoeken afleggen aan operatieafdelingen wanneer zij signalen krijgt dat de kwaliteit van zorg niet voldoet.