Het aantal mannen dat sterft aan een vorm van kanker is in minder dan dertig jaar tijd met meer dan een derde afgenomen. Dit komt onder meer doordat minder mannen longkanker of maagkanker hebben. Ook vrouwen sterven minder vaak aan kanker, de daling is echter minder fors door een toename van vrouwen die lijden aan longkanker.
Dit blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag naar buiten heeft gebracht.
Longkanker is nog steeds de meest voorkomende soort bij mannen die overlijden aan kanker. Het aandeel mannen dat hieraan overlijdt is echter een stuk kleiner geworden. Het daalde van 38 procent eind jaren tachtig naar 26 procent in 2015. Sinds tien jaar is darmkanker na longkanker bij mannen de meest voorkomende vorm bij sterfte aan kanker (12 procent). In de afgelopen 20 jaar is het aandeel van prostaatkanker nagenoeg gelijk gebleven (11 procent).
Vrouwen
De kankersterfte onder vrouwen is met bijna een kwart afgenomen sinds 1950. Dit hangt samen met de daling van de sterfte aan maagkanker en borstkanker. Sinds het begin van de jaren vijftig is het aandeel van de sterfte aan maagkanker in de totale kankersterfte bij vrouwen gedaald van 22 procent naar 2 procent gedaald.
Borstkanker is na longkanker tegenwoordig de meest voorkomende soort bij vrouwen, die sterven aan kanker. Tot en met 2006 zorgde borstkanker voor de hoogste sterfte. Het aandeel longkanker nam juist toe van 17 procent in 2006 naar 21 procent in 2015. (ANP/ SKipr)