De tarieven voor behandeling in de ggz mogen volgend jaar met gemiddeld 6,25 stijgen. DBC-Onderhoud voorzag aanvankelijk een tariefstijging van 18 procent. De tarieven voor verblijf dalen met ruim 11 procent.
Een en ander blijkt uit de nieuwe productstructuur die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft vastgesteld. Vertrekpunt voor de nieuwe tarieven is een kostprijsonderzoek van DBC-Onderhoud. De NZa heeft de uitkomsten van dit onderzoek vergeleken met de gegevens die zij heeft over de budgetten en de omzet van vrijgevestigden in de GGZ. Op basis hiervan concludeert de NZa dat de door DBC-Onderhoud geprognosticeerde stijging ruim boven gemiddeld kostendekkende tarieven ligt.
Toerekenen
Het verschil zit hem volgens een woordvoerster van de NZa met name in onduidelijkheid over wat aanbieders wel en niet mogen toerekenen. De heroverweging van de NZa betekent wel dat de tarieven voor behandeling niet met 18 maar met gemiddeld 6,25 procent stijgen.
Nieuwe elementen
Daarnaast biedt de productstructuur ruimte voor enkele nieuwe elementen. Zo zijn bijvoorbeeld twee nieuwe behandelgroepen aan de productstructuur toegevoegd: eetstoornissen en somatoforme stoornissen. Een andere verandering is dat voor cliënten die niet komen opdagen op een afspraak geen tijd meer mag worden geboekt. Ook kan intercollegiale consultatie niet meer apart worden gedeclareerd. Dit zit straks in de DBC van de cliënt.
Bezuiniging
De nieuwe productstructuur staat los van de bezuinigingen van circa 600 miljoen euro die minister Schippers de sector heeft opgelegd. De NZa heeft van de minister de opdracht ontvangen om een tariefkorting door te voeren. De NZa verwacht hierover in het najaar van 2011 te besluiten.