Opleidingen hebben doorgaans twee dilemma’s: ze zijn ingericht op de erkende vragen van vandaag en gisteren,terwijl de vragen die overmorgen door de nieuwe professionals moeten worden opgelost nog onvoldoende tot uiting komen in het opleidingsprogramma. Daarnaast wordt de nieuwe generatie opgeleid door de generatie die zelf vele jaren geleden is opgeleid.
Het antwoord hierop voor de zorg is: integratie met de praktijk en meer onderzoek, zodat er een hoge mate van reflexiviteit ontstaat. De zorgopleidingen kunnen zich geen tempoverlies permitteren gezien de snelheid van verandering.
Perspectief
De HBO verkenningscommissie Gezondheidszorg, onder leiding van Anton Westerlaken, heeft onlangs haar advies HBO-raad gepubliceerd. Uitgangspunt is de definitie van gezondheid als ability, het vermogen om met beperkingen om te gaan. Dat betekent dat de zorg direct gerelateerd is aan het sociale domein. Deze brede definitie is ingegeven door het feit dat het aantal chronische ziekten en multimorbiditeit zullen toenemen, en de patiënt steeds meer partner in het zorgproces wordt. Vanuit dit perspectief is het van belang dat de generalist een betere positie verwerft. In de commissie is gesproken over een generalist die beschikt over kennis van meerdere domeinen, die kan terugvallen op een breed scala van ervaringskennis, en dus een superspecialist is. Dit betekent voor de inrichting van de opleiding dat er, meer dan nu het geval is, wordt gewerkt aan lange-termijn scholingstrajecten waarbij jarenlange ervaring wordt afgewisseld met stevige opleidingsfasen.
Adviezen
Het belang van de generalist is één van de onderwerpen die aan bod komen in het rapport. In de kern komt de commissie tot de volgende adviezen:
- Ontwikkel een robuust curriculum dat is aangescherpt op de dimensies van communicatieve vaardigheden, samenwerking met andere disciplines, meer kennis van leefstijlen, zorg voor ouderen en ondernemerschap.
- Om dit te realiseren is een sterkere verbondenheid aan de praktijk noodzakelijk. Wanneer leren en werken dieper met elkaar zijn verbonden – een in een innovatief partnerschap – kunnen opleidingen daadwerkelijk meebewegen met de snelle veranderingen in de praktijk en kunnen ook de zorgprofessionals blijvend in contact staan met nieuwe inzichten in het onderzoek. De commissie adviseert de huidige structuur van veldwerkcommissies aan te vullen met een flexibele schil van vakprominenten die op strategisch niveau de ontwikkelingen bespreekt.
- Innovatie gaat hand in hand met onderzoek. Daarom is het praktijkgericht onderzoek van groot belang voor het HBO-onderwijs in de gezondheidszorg. Onderzoek brengt studenten in contact met state of the art kennis, draagt bij aan een reflexieve beroepshouding en brengt de student in contact met de logica, structuur en de praktijk van het veld.
- Last but not least is er gesproken over de prikkelstructuur van het onderwijs, die mede heeft geleid tot een breed scala aan opleidingen versnipperd over het land. De commissie beveelt het HGZO aan het thema focus en differentiatie te agenderen. Niet alle onderwijsinstellingen kunnen op alle domeinen excelleren. Beter is het om op onderdelen focus aan te brengen. Denk bijvoorbeeld aan de ouderenzorg in Groningen, zorgtechnologie in Maastricht. Hoewel de bezwaren tegen focus en differentiatie legio zijn, zal het de innovatiekracht versterken en verdiepen. En dat is wat de opleidingen in gezondheidszorg nu echt hard nodig hebben gezien het tempo van de ontwikkelingen in de praktijk. Pas dan kan het HBO mede drager zijn van de veranderingen, in plaats van volger.
Margo Brouns
Manager Onderzoek en Ontwikkeling bij Zorggroep Alliade