Eerder vroeg ik me af of Nederland de weg kwijt is als het gaat om de langdurende zorg. Inmiddels weten we meer: ja, het PGB gaat er grotendeels aan ten faveure van 12000 banen in de verblijfszorg terwijl het aantal opgenomen mensen afneemt. Maar het kan nog raarder.
Onbegrip
In een inmiddels roemruchte opinie toonde de CDA-woordvoerster voor de zorg aan dat ze – ex-verpleegkundige –niets van zorg, en al zeker niet van mantelzorg, begrijpt. Inmiddels heeft Mezzo al voor enige uitleg gezorgd en het is al treurig genoeg dat het nodig was.
Mantelzorg
Nog maar eens dan? Zonder mantelzorg stort elk zorgsysteem in elkaar, ook dat van ons. Mantelzorg: door Hattinga Verschure bedacht begrip om die zorg te definiëren die – iemand binnen het kader van een sociale relatie verleent aan iemand die door ziekte of beperking niet in staat is voor zichzelf te zorgen. Gelukkig kent Nederland een behoorlijk stelsel van langdurende zorg, maar zelfs met dit stelsel is voor veel mantelzorgers de last te zwaar en cijfers tonen aan dat deze last alleen maar zwaarder aan het worden is, sinds we zijn begonnen met de ombouw van onze verzorgingsstaat. Al twintig jaar daalt bijvoorbeeld het aantal opnamedagen in een ziekenhuis van mensen met dementie of Alzheimer, maar tegelijkertijd is niet het aantal verpleeg- of verzorgingsplaatsen toegenomen. Evenmin is de thuiszorg – voor zover onze databestanden dat duidelijk kunnen maken – sterk gegroeid. Waar blijven die mensen dan? Thuis, en vaak dus zonder professionele zorg. Mantelzorg dus.
Geen keuze
Mantelzorger worden, daar kies je meestal niet voor, het is geen carriërekeuze en velen zien het niet als geuzentitel. Dat gebeurt je, soms plotseling als je wordt geconfronteerd met een naaste die acuut hulp nodig heeft door een ziekte, ongeval of problemen bij of na de geboorte. In dat geval ‘spring je er gewoon in’. In andere gevallen ‘sluipt’ de zorg de relatie binnen. En dan ben je als een kikker in een langzaam steeds warmer wordende pan water. Soms doe je het ‘omdat er niemand anders is’, of ‘omdat je iets terug wil doen’ of omdat je ‘van de ander houdt’. Soms kan je veel aan, soms niet zo veel. Maar voor velen is de last al zwaar: fysiek, mentaal, financieel, sociaal en soms ook qua toekomstperspectief. Toch verwacht de samenleving steeds meer van onze mantelzorgers, want de verzorgingsstaat raakt aan zijn einde en omdat we verder vergrijzen, waardoor de zorgvraag zal toenemen.
OESO
De OESO onderkent dit, zoals de OESO ook onderkent dat er geen zorg is zonder mantelzorg. Daarom is ondersteuning van mantelzorg niet alleen modieus of leuk, maar een drie-win situatie: voor degene met een zorgbehoefte, die het liefst door bekenden geholpen wordt, voor de mantelzorger, die de steun hard nodig heeft, en voor de samenleving, die de kosten van een vergrijzende verzorgingsstaat niet meer kan opbrengen. Het probleem is alleen dat we nog zo weinig weten over wat werkt voor wie in welke situatie. Mantelzorg is tegelijk heel alledaags, daar heeft mevrouw Uitslag gelijk in, maar tegelijk ook een ongelooflijk complex fenomeen. Want we hebben het gemakshalve nog even niet over dilemma’s als vergrijzende mantelzorgers, kleiner wordende familienetwerken, de moeilijkheid om na een steeds individuelere samenleving een draai te maken naar een community-samenleving, hoe om te gaan met werkende mantelzorgers en hoe met overbelaste mantelzorgers en foute familierelaties. Steeds meer zullen we ons realiseren dat het niet alleen een ‘village’ vergt om op te voeden, maar ook om te ‘zorgen’. Maar dat zijn we niet gewend. Ook Sabine zal op enig moment haar yogalessen opzij moeten zetten. Misschien wel haar lidmaatschap van de yogaclub op moeten zeggen, en dan misschien niet voor haar moeder of partner, maar voor de buurvrouw. Maar misschien is het alleen maar een luchtballonnetje, opgelaten om eens te kijken wat er gebeurt. Want ja, het kabinet komt dit najaar met een – al uitgestelde – nota mantelzorgbeleid.
Is co-auteur van het recent verschenen OESO-rapport rond langdurige zorg, met name voor ouderen.
Hij is werkzaam bij HASCA / Health and social care associates. In het verleden werkte hij bij Vilans en daarvoor, het NIZW. Indertijd startte hij zijn loopbaan met een landelijk onderzoek naar mantelzorg.