Tandprothetici zijn gespecialiseerd in het vervaardigen en plaatsen van kunstgebitten en alle zorg die daar omheen nodig is. De primaire doelgroep: een oudere populatie die volledig of gedeeltelijk edentaat (zonder tanden) is en over een smalle beurs beschikt. De tandprotheticus is voor 1,3 miljoen Nederlanders een onmisbare professional binnen de mondzorg. Toch gaat zorgverzekeraar CZ heel opmerkelijk om met de contractering van deze zorg.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt na het vroegtijdig afgebroken experiment met vrije prijsvorming in 2012 opnieuw de maximale vergoedingen voor mondzorg vast. Zorgverzekeraars hoeven niet-gecontracteerde zorg echter niet maximaal aan de verzekerde te vergoeden, maar hebben in hun inkoopvoorwaarden opgenomen dat ze de tandarts uitsluiten van een dergelijke korting. Dus ondanks het feit dat de contracteergraad onder tandartsen laag is, krijgen zij 100 procent van de maximale vergoeding. Een bonus dus op niet contracteren!
De verzekerden van CZ die patiënt zijn van een tandprotheticus krijgen deze ‘strafkorting’ wel opgelegd als zij naar een niet-gecontracteerde zorgverlener gaan. Om te voorkomen dat patiënten financieel de dupe wordt, contracteren tandprothetici dus wel en tekenen omdat er van individuele onderhandelingen geen sprake is, noodgedwongen bij het kruisje. CZ biedt tandprothetici hierbij zonder onderbouwing 80 procent van het maximale NZa-tarief en vraagt in het contract onder meer extra garantie dan de tandarts die geen extra verplichtingen krijgt opgelegd.
Tarieven dalen
Na het al eerder genoemde experiment met vrije prijzen, is er door de NZa een kostprijsonderzoek gedaan binnen de mondzorg. Resultaat: per 1 juli aanstaande dalen de tarieven voor tandheelkundige zorg met 5,15 procent. Voor implantologie is dat zelfs 19 procent omdat tandarts-implantologen in de ogen van de NZa erg veel verdienen. De NZa heeft de korting echter generiek opgelegd waardoor de situatie ontstaat dat tandprothetici die een implantaatgedragen prothese maken, de korting van 19 procent ook krijgen opgelegd. Maar uit het kostprijsonderzoek blijkt dat tandprothetici in de verste verte niet zoveel verdienen met hun zorgverlenerschap als de tandarts-implantoloog.
De meeste zorgverzekeraars corrigeren dit door alle zorgverleners voor dezelfde prestatie een gelijk, weliswaar verlaagd, tarief te bieden, maar CZ niet! Deze zorgverzekeraar redeneert dat er vòòr het kostprijsonderzoek reden was om tandprothetici en tandartsen ongelijk te belonen, maar dat het nu onmogelijk is hier anders mee om te gaan. De Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) betoogt dat de korting van 19 procent voor tandprothetici feitelijk al sinds jaar en dag door deze zorgverzekeraar is opgelegd aan de beroepsgroep waarvoor ze bovendien extra kwaliteit hebben gekregen.
Oneerlijke concurrentie
CZ is niet gevoelig voor dit argument. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie en wurgcontracten omdat het vervaardigen van een implantaatgedragen prothese door een tandprotheticus nog maar voor 64,8 procent (dat is 80 procent van 100 procent minus 19 procent) wordt vergoed van wat een tandarts-implantoloog nu in rekening kan brengen. Nog vreemder wordt het wanneer je bedenkt dat de codes die gebruikt worden voor een ‘gewone’ prothese dezelfde zijn als die voor een implantaatgedragen prothese.
De tweede prestatie, die soms onderdeel is van een veel complexere behandeling, wordt door de opstelling van CZ dus slechter beloond. Zo slecht dat deze zorgverlening feitelijk niet meer door tandprothetici kan worden gedaan maar alleen nog door de tandarts-implantoloog waardoor de zorg juist duurder wordt. De verzekerden van CZ die gewend waren om naar een tandprotheticus te gaan, zijn de dupe van dit beleid.
Wurgcontracten
Deze misstanden zitten de tandprothetici hoog. Als ONT kunnen we telkens het gesprek aangaan, maar onderhandelen over een eerlijk tarief voor uitstekende zorg of het onze leden afraden om deze wurgcontracten te tekenen, mogen we niet vanwege de mededingingswet. De Autoriteit Consument en Markt ziet op de naleving van deze wet toe.
Het bijzondere is dat bij zorgverzekeraars adviserend tandartsen werken die zich onder meer met machtigingsaanvragen bezighouden, maar ook met zorginkoop en binnen het College van Adviserend Tandartsen zelfs afspraken maken over wat wel of niet gedeclareerd mag worden door tandprothetici. Ook binnen CZ werken adviserend tandartsen, waarmee de verzekeraar de verdenking op zich laadt dat er vooral gekeken wordt naar de belangen van de tandarts en niet naar die van alle mondzorgverleners, laat staan hun patiënten. Misschien dat de ACM hier eens naar kan kijken?
Directeur van de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici