Deze week besloot het bestuur van Nictiz dat de infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling vanaf 1 januari 2012 niet meer beschikbaar is. Volgens Nictiz is het draagvlak voor een doorstart onder zorgverleners te laag en de financiële basis te mager.
Schok
‘Definitief geen EPD’ kopten daarop alle kranten. Twitter stroomde snel vol met een gevarieerd palet aan reacties, deels met blijken van ongeloof, maar ook heel vaak met blijken van opluchting. De koepels van huisartsen, ziekenhuizen en patiëntenorganisaties reageerden vrijwel zonder uitzondering geschokt.
Beschikbaarheid gegevens
Het eerste wat opvalt in veel reacties is dat het kennelijk nog steeds niet duidelijk is waar het bij de elektronische uitwisseling van gegevens om gaat. Het gaat daarbij helemaal niet om een EPD, een elektronisch patiëntendossier. Vrijwel alle huisartsen werken daar al mee en ook in ziekenhuizen worden EPD’s in hoog tempo ingevoerd. En dat zal ook gewoon doorgaan. De voordelen van elektronische opslag van gegevens zijn voor vrijwel elke hulpverlener evident. Patiëntgegevens zijn op elk moment en vanaf elke plaats binnen een zorginstelling in te zien. De grote irritatie van zoekgeraakte papieren dossiers, foto’s en onderzoekuitslagen behoort daardoor tot het verleden. Door elektronische opslag én uitwisseling hebben (mede)behandelaars inzage in elkaars notities waardoor langs elkaar heen werken wordt voorkomen. Ik werk al een aantal jaren met een EPD en zou echt niet meer zonder willen.
Landelijk schakelpunt
Wat Nictiz nu dreigt op te heffen is het landelijk schakelpunt (LSP), waardoor gegevens die zijn opgeslagen in EPD’s van huisartspraktijken, ziekenhuizen en apotheken op betrouwbare en relatief veilige wijze kunnen worden uitgewisseld. En dat wordt steeds belangrijker. Met toename van het aantal meervoudige chronische aandoeningen zijn steeds meer behandelaars betrokken bij de behandeling van één patiënt. Bij taakverdeling en concentratie van complexe zorg krijgen patiënten steeds vaker met verschillende zorginstellingen te maken. Om dat goed te laten verlopen is goede communicatie essentieel. Een groot deel van vermijdbare fouten in de zorg zijn een gevolg van onvoldoende communicatie. Ondanks tal van maatregelen neemt het aantal vermijdbare fouten niet af. Niet alleen in Nederland, ook elders, naar ik deze week las in de New England Journal of Medicine. In dit tijdschrift wordt opgemerkt dat een goede inrichting van een EPD en optimale beschikbaarheid van gegevens de beste mogelijke route is om hierin verbetering te bereiken.
Draagvlak
Waarom kan het LSP waarin toch heel veel is geïnvesteerd, dan toch niet worden voortgezet? Ik kan niet geloven dat gebrek aan middelen daarin de echt beperkende factor is. Het gaat om een financieringsgat van 1,6 miljoen euro, voorwaar toch geen groot bedrag in een zorgbegroting van ruim 60 miljard. Ik vrees dan ook dat het besluit van Nictiz vooral is ingegeven door twijfels over het draagvlak onder zorgaanbieders voor voortzetting. En daar is ook wel enige reden toe. Het debat over de invoering van het LSP is de afgelopen jaren onder meer gedomineerd door de discussie of het nu vanuit centraal of regionaal moet worden uitgerold. Niet zelden hebben zorgverleners zich ook zeer kritisch uitgelaten over het LSP. Uit het persbericht van Nictiz blijkt dat begin november circa 50 procent van de huisartsen en apotheken akkoord is met doorstart van het LSP, van de ziekenhuizen nog geen 10 procent. Ook het maatschappelijk draagvlak voor elektronische uitwisseling van gegevens lijkt, mede door de wijze waarop de laatste jaren de discussie is gevoerd, niet groot.
Standaardiseren
Ik kan mij niet voorstellen dat de invoering van het LSP en verdere uitrol van elektronische verwerking en uitwisseling van gegevens nu echt van de baan is. Natuurlijk gaat dat door. Maar als het LSP verdwijnt, zal dat niet op een gestandaardiseerde wijze gebeuren. Daarmee is niet alleen de veiligheid van gegevensuitwisseling niet gediend, de kwaliteit van de zorg ook niet. Nog los van het feit dat Nederland hierdoor echt achterop raakt met ontwikkeling in de landen om ons heen, waarmee in de toekomst bij concentratie van zorgactiviteiten toch ook zal moeten worden samengewerkt. Wij moeten het afblazen van het LSP dan ook niet willen accepteren. Graag roep ik de koepel- en patiëntenorganisaties op om in actie te komen. Niet alleen in het hernemen van afspraken over doorstart, maar vooral in het motiveren en informeren van zorgverleners en zorgvragers dat elektronische uitwisseling van gegevens in dit tijdsgewricht een onomkeerbare ontwikkeling is en van doorslaggevende betekenis voor kwaliteitsverbetering indien gestandaardiseerd en door alle zorgverleners optimaal benut.
Arie C. Nieuwenhuijzen Kruseman
Voorzitter KNMG-federatie