Omdat Nederland in de toekomst anders veruit het duurste systeem van langdurige zorg ter wereld zou hebben, werd de langdurige zorg hervormd. Maar gaat het helpen om de zorg goedkoper te maken?
Is de transitie niet veel meer een splitsing van één naar meerdere financieringsstromen die het geheel nog complexer maken, gecombineerd met een versobering van het pakket? In deze blog beperk ik mij tot de ouderenzorg, waar ik zelf het meeste vanaf weet.
Financiering
Toen in het verleden de AWBZ voor verpleeghuiszorg en thuiszorg en de Wet Bejaardenoorden voor de financiering van de verzorgingshuizen te complex werden, kreeg de ouderenzorg één AWBZ-kader. Nu is dit veranderd naar drie financieringskaders met allerlei verschillende financierings- en indicatieregelingen.
Mensen die langdurige zorg nodig hebben, zien door de bomen het bos niet meer. Zij raken verstrikt in procedures. Ouderen die uit het verzorgingshuis weer in een appartement zijn gaan wonen met een Volledig Pakket Thuis worden nu voor de keuze gesteld door de zorgverzekeraar om weer in het verzorgingshuis te gaan wonen of thuis te blijven wonen met minder dienstverlening. De chaos wordt steeds groter.
Veranderingen
Bij TIAS leren wij studenten dat er verschillende soorten veranderingen zijn. Een eerste soort verandering leidt tot optimalisatie van de huidige situatie, een tweede soort verandering reorganiseert de huidige situatie, een derde soort verandering stelt de onderliggende paradigma’s van de huidige situatie ter discussie en dan zijn er de hogere soorten veranderingen die het bestaansrecht van een systeem zoals een organisatie aan de orde stelt.
De transitie in langdurige zorg betreft de derde soort verandering die via een tweede soort verandering wordt gerealiseerd. Met andere woorden: de transitie langdurige zorg had de fundamenten van het huidige systeem ter discussie moeten stellen door de vraag op te werpen waar mens en samenleving zelf verantwoordelijk voor zijn. Nu wordt de transitie uitgevoerd door in het huidige systeem financieringsstromen te splitsen en het pakket te beperken.
Medicalisering
Doordat de gehele ouderenzorg onderdeel is van de gezondheidszorg bekleedt Nederland internationaal gezien een unieke positie. Dat heeft geleid tot een gespecialiseerde medische zorg en verpleging voor ouderen, waar andere landen van kunnen leren. Maar de keerzijde is medicalisering. Oud worden en de gebreken die daaruit voortkomen, zijn geen ziekte. Dementie wordt veroorzaakt door een ziekte, maar dement zijn vraagt niet om 7x 24 uur medische zorg en verpleging.
Naast het scheiden van wonen en zorg moet misschien ook gesproken worden van het ontvlechten van medische zorg uit het leven van kwetsbare ouderen. De huisarts is toch ook niet 24 uur per dag in ons leven aanwezig? Maar hij is wel bereikbaar als dat moet.
Zorgboerderij
Door medische zorg te ontvlechten uit het leven van ouderen, keert regie terug bij hen, of als zij daar niet meer toe in staat zijn, bij hun naasten. Zoals mijn buurvrouw, wiens man met dementie is opgenomen in het verpleeghuis. Na opname mocht mijn buurman niet meer naar de zorgboerderij omdat dit niet in het pakket zat. Mijn buurman moest naar een verpleeghuis, maar werd daar agressief. Een zorgboerderij zou beter voor hem zijn, maar die wordt niet vergoed. Daarom betaalt mijn buurvrouw het verblijf daar nu uit eigen zak. En dat terwijl het verpleeghuis veel zorg bespaard blijft als mijn buurman in een zorgboerderij verblijft.
Kwetsbare mensen – ook mensen met dementie – zijn tot veel meer in staat dan dat wij denken. Als we maar voldoende aandacht besteden aan deze mensen en niet het systeem leidend laten zijn. Die aandacht wordt nu teniet gedaan door allerlei absurde verantwoordingssystemen die niet datgene meten waar het echt om moet gaan. Daardoor wordt tijd van verzorgenden verkwanseld. En die tijd gaat ten koste van aandacht en naastenliefde voor degenen die aan de zorg van hen zijn toevertrouwd.