Heeft u om medische redenen een hulpmiddel nodig? Een traplift, krukken of een rolstoel? Dan wens ik u veel succes. De regelingen rond hulpmiddelen zijn namelijk ingewikkeld. Het is niet makkelijk te begrijpen wie wat wanneer betaalt en hoe dat werkt. Een hulpmiddel voor het aanvragen van een hulpmiddel is geen gek idee.
Lage en hoge btw-tarieven
Neem bijvoorbeeld de btw-tarieven voor hulpmiddelen. Een gewone kinderwagen valt in het 19 procent tarief, volgens de Belastingdienst. Wandelwagens en buggy’s die zijn aangepast aan gehandicapte kinderen worden met 6 procent belast. Voor een personenauto die specifiek voor een invalide is aangepast, wordt echter 19 procent gerekend. Helder?
Nog een voorbeeld. Urinezakken en toebehoren zitten in het lage btw-tarief. Als de urinezakken worden geleverd met andere goederen, moet de factuur gesplitst worden. Hygiënische middelen om de urinezakken te wassen zitten bijvoorbeeld in het hoge btw-tarief. Als u de btw niet kunt splitsen, dan wordt alles belast met 19 procent. Snapt u het nog?
Verschillende vergoedingen, of niet
Hulpmiddelen worden op verschillende manieren vergoed, of niet vergoed. Voor een gewone wandelstok moet u zelf betalen. De rollator zit in het basispakket en wordt vergoed via de verzekeraar. Aanpassingen aan de auto die nodig zijn om te kunnen werken, kunnen vergoed worden via de WIA. Verder zijn er vergoedingen vanuit de AWBZ en de WMO. Simpel toch, of niet?
Veel hangt af van de situatie. Gebruikt u een rolstoel thuis, dan krijgt deze vergoed via de WMO. Zit u in een AWBZ-instelling dan wordt dezelfde rolstoel vergoed via de AWBZ. Ik leen nog een voorbeeld van het Wegwijzerloket MEE Noord en Midden Limburg. De anti-decubitusmatras waarop u ligt in het verpleeghuis wordt vergoed via de AWBZ. Ligt u op dezelfde matras in een gezinsvervangend tehuis dan wordt deze vergoed via de ZVW.
Verschillende loketten
Hoe hulpmiddelen worden vergoed, hangt dus af van het soort artikel en de plek waar ze worden gebruikt. Om voor verschillende vergoedingen in aanmerking te komen, moeten op verschillende plekken indicaties worden gehaald en zaken worden geregeld. Hulpmiddelen moeten in de meeste gevallen worden voorgeschreven door een arts of specialist. Voor verzekeraars is dit meestal voldoende. Soms moeten zij nog goedkeuring geven. Hiermee wordt bijvoorbeeld voorkomen dat alle dochters en nichten in een familie ZVW-vergoede incontinentiematerialen gebruiken als maandverband. Voor een AWBZ-vergoeding is een indicatie nodig van het CIZ, voor de WMO gaat u naar het loket van de gemeente en voor de WIA naar het UWV. Misschien is het nog wel het simpelst om zelf te betalen, u gaat over uw eigen portemonnee.
Eenvoudiger en patiëntvriendelijker
De zorg moet eenvoudiger, is het heersende adagium. Iets simpels als het regelen van een hulpmiddel vergt bijna een hulpmiddel. Dat moet en kan eenvoudiger, efficiënter en patiëntvriendelijker. Hoe? Denkt u mee?
Maaike de Vries
Chef Zorg, De Argumentenfabriek