Zorgaanbieders zien zich gesteld voor een grote uitdaging. Met de wijkverpleegkundige hebben zij de oplossing echter in handen. Althans, als we het beleid van de overheid moeten geloven. De praktijk blijkt helaas een stuk weerbarstiger.
De thuiszorg wordt overspoeld met maatregelen. Zo gaan extramurale verpleging en persoonlijke verzorging per 1 januari 2015 op in de nieuwe aanspraak wijkverpleging (Zvw), wordt de thuiszorg opgeknipt in segmenten en staat het ‘ontzorgen’ van de cliënt en het bevorderen van zijn zelfredzaamheid centraal. In dat kader voeren zorgverzekeraars een forse volumekorting door, oplopend tot wel 30 procent.
Niet realistisch
Dit dwingt zorgaanbieders hun zorgaanbod te herzien. De veronderstelling dat verpleegkundige en verzorgende handelingen in 30 procent minder tijd kunnen worden verricht, is niet realistisch, ook al zou er meer op zelfzorg en steun van de sociale omgeving gestuurd worden.
Bestaande cliënten behouden bovendien hun oude rechten. VWS heeft het in haar campagne ‘Nederland verandert, de zorg verandert mee’ dan wel over ondersteuning van gemeenten, maar ook zij worden geconfronteerd met een budgettekort. Uiteindelijk is het dus aan de wijkverpleegkundige om de transitie in goede banen te leiden.
Ogen en oren
Vanaf volgend jaar wordt de wijkverpleegkundige in de eerste lijn gepositioneerd. Zij wordt dan gezien als de ‘ogen en oren’ van de wijk en vormt de schakel tussen de cliënt, zijn sociale omgeving en de betrokken professionals. Ook wordt de wijkverpleegkundige verantwoordelijk voor de indicatiestelling en zorgtoewijzing, omdat het overheidsbeleid haar steeds meer regelruimte toekent. Om de verbinding tussen zorg en welzijn te borgen, participeert zij daarnaast in het sociale wijkteam. Wijkverpleegkundige, stroop uw mouwen maar op!
Tekort
Natuurlijk: op basis van haar vereiste hbo-opleiding en bevoegdheden zou zij prima in staat moeten zijn om aan deze verwachtingen te voldoen. Diverse signalen uit de media geven echter stof tot nadenken. Zo blijkt er de komende jaren een tekort van meer dan vijfduizend wijkverpleegkundigen te ontstaan, mede doordat te weinig jongeren kiezen voor de opleiding.
Wijkverpleegkundigen zelf zijn bovendien lang niet altijd te spreken over de kwaliteit van de opleiding. Een groot gedeelte van hen beschikt weliswaar over de benodigde capaciteiten, een even groot gedeelte dient te worden bijgeschoold. De tijdelijke indicatiebevoegdheid van mbo-wijkverpleegkundigen dient het tekort enigszins op te vangen, een oplossing is het allerminst.
Rode cijfers
Zorgaanbieders zien zich gevangen in een harnas dat niet past. De opgelegde volumekorting dwingt hen om het zorgaanbod per cliënt te herzien en afscheid te nemen van boventallige medewerkers. Met wachtlijsten en een dalende cliënt- en medewerker tevredenheid tot mogelijk gevolg. Lukt het ze niet om de korting op bestendige wijze op te vangen, dan dreigen rode cijfers. Krijgen we dan hetzelfde scenario als in de Wmo, waarin zorgaanbieders de huishoudelijke hulp afstoten?
Druk
De toekomstbestendigheid van de thuiszorg ligt dus in handen van de wijkverpleegkundigen. Maar kunnen zij de enorme druk wel aan? Verwachten we niet veel te veel van hen? Ook zij zien zich hoogstwaarschijnlijk gevangen in een harnas dat niet past.
Ger Henstra
Operationeel directeur Assist