Vanaf 1 januari moeten gemeenten voor maar liefst 70.000 mensen met een verstandelijke beperking rugdekking geven bij het realiseren van participatie. En dat terwijl het maar matig gesteld is met de inclusiviteit in ons land.
Hoe is het feitelijk gesteld met de inclusie en participatie van mensen met een beperking in onze samenleving? In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Scandinavische landen wordt dit niet systematisch en structureel onderzocht. De beperkte onderzoeken die wel beschikbaar zijn, laten geen rooskleurig beeld zien.
Inclusie is in Nederland nog steeds een keuzemogelijkheid, naast meer klassieke vormen van wonen en leven. De overheid heeft zich niet eenduidig uitgesproken voor een samenleving die ook voor mensen met een beperking de ruimte en ondersteuning biedt om een goed leven te leiden. De UN-verklaring over de rechten van de mens met een beperking is in ons land bijvoorbeeld nog steeds niet geratificeerd.
Stilgevallen
De beweging richting samenleving focuste zich in Nederland in eerste instantie op het wonen in wijken met en naast burgers zonder een verstandelijke beperking. Mensen met een beperking die hier gebruik van hebben gemaakt, zijn hier over het algemeen erg tevreden over. Maar wonen in de samenleving leidt niet automatisch tot sociale inclusie.
In de participatiemonitor van Nivel blijkt dat mensen met een verstandelijke beperking aanzienlijk minder deelnemen aan het arbeidsproces, minder buitenshuis komen, minder vrienden hebben en minder gebruik maken van buurtvoorzieningen dan mensen zonder een beperking. Nivel constateert ook dat de participatie van mensen met een beperking in de periode van 2008 tot 2012 stagneert en zelfs is stilgevallen.
Misvatting
Het is een misvatting dat participatie en inclusie op een spontane wijze tot stand komen. Willen we mensen met een beperking echt de mogelijkheid geven om volwaardig lid te worden van onze samenleving, dan zal er fors geïnvesteerd moeten worden om hen daarbij te ondersteunen.
Het is zorgwekkend dat de invoering van de Wmo die mensen met een beperking moet ondersteunen bij het participeren, gekoppeld is aan forse besparingen. De veronderstelling dat veel op te lossen is door zelfzorg, mantelzorg of informele zorg is ook maar gedeeltelijk juist. Het is omgekeerd ook onjuist dat alleen professionele zorg leidt tot meer levensgeluk, zelfredzaamheid en participatie. Er zijn voldoende voorbeelden voorhanden waarbij dit niet blijkt.
Aanzet
Dit alles stelt ons voor de vraag welke strategie leidt tot een inclusievere Nederlandse samenleving. Kröber en van Dongen geven hier een goede aanzet voor. Zij stellen dat er sprake moet zijn van een gecombineerde aanpak. Te beginnen bij de versterking van de positie van mensen met een beperking. Een beweging die over de hoofden van diezelfde mensen met een beperking gaat, is op voorhand gedoemd te mislukken. Geen inclusie zonder zelfbestemming, waarbij ook rekening gehouden wordt met wensen en behoeften van mensen met een beperking zelf.
Het is aan de overheid om het beleid te faciliteren met adequate wetgeving en financiering. Er is behoefte aan heldere keuzes op dit gebied. Vluchten of ontwijken kan niet meer. Mensen met een beperking mogen ook harder op de trommel roffelen. Ze kunnen daarbij gelegitimeerd eisen dat er door gemeenten en de centrale overheid recht wordt gedaan aan hun participatie in het maatschappelijk leven.
De taak die gemeenten in dit verband hebben, gaat aanzienlijk verder dan het overhevelen van budgetten en verantwoordelijkheden van de centrale naar de lokale overheid. De momenteel veel geprezen sociale wijkteams leveren een goede bijdrage maar zijn geen panacee voor alle problemen die mensen met een beperking op dit terrein ervaren.
Morele opdracht
Volgens Kröber en van Dongen moeten ook de gespecialiseerde gehandicaptenorganisaties en organisaties uit het maatschappelijke middenveld gezamenlijk de focus leggen op mensen met een beperking in de samenleving. Woningbouwcorporaties, welzijnsorganisaties, scholen en bedrijven krijgen daarbij ook een taak en de morele opdracht die gericht is op het faciliteren van mensen met een beperking.
Deze ontwikkeling komt langzaam op gang, maar moet verder verdiept en verstevigd worden. De uitspraak van de voorzitter van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) dat de discussie over Inclusie in Nederland afgerond is, is dan ook uiterst ongelukkig te noemen.
Heldere keuzes
Het bevorderen van inclusie vraagt om heldere keuzes, maar ook om investeren in deze ambitie. Inclusie moet een recht worden voor mensen met een beperking en een plicht voor alle partijen die hier een bijdrage aan kunnen c.q. moeten leveren. Dus weg met die vrijblijvendheid en op naar een mooiere en completere samenleving.
Peter Nouwens
voorzitter raad van bestuur Stichting Prisma
————————————————————————————————————
Peter Nouwens en Gabie Conradi (Zorgbelang Brabant) geven in Skipr magazine 12, december 2014, negen praktische tips om binnen en buiten organisaties werk van inclusie te maken.