Afgelopen week debatteerde de Tweede Kamer over een wijziging van de Tabakswet. Aanleiding is de verhoging van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar en een voorstel om de verkoop van tabak alleen nog in speciaalzaken toe te staan. Wat blijkt? De huidige PvdA-fractie vindt het tempo van het terugdringen van verkooppunten nog steeds te hoog.
Op 31 mei 2001 (Wereld-niet-roken-dag) behandelde de Tweede Kamer de Tabakswet. In de coalitie zaten toen de PvdA en de VVD, samen met D66 (Kabinet Kok II), een relatief klein verschil met de huidige VVD-PvdA-regering.
Het PvdA-kamerlid Oudkerk zei bij die gelegenheid: “Het beschermen van de gezondheid van de burgers, zo schreef minister president Kok, is een belangrijke taak van de overheid. Public health heet dat. Bij alle discussies over terugtredende overheid is in ieder geval voor mijn fractie duidelijk dat de overheid deze taak absoluut moet behouden, sterker nog: zou moeten uitbreiden.” En: “Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat de PvdA-fractie voorstandster is van terugdringing van het aantal verkooppunten, waarvoor ons een algemene maatregel van bestuur in eerste instantie een goed en flexibel middel lijkt”. De PvdA fractie zou uiteindelijk wel uit willen komen op alleen maar de tabaksspeciaalzaken. Dat heeft inderdaad de charme van de eenvoud. (…) Mevrouw Kant heeft zonder meer gelijk dat de handhaafbaarheid en controle eenvoudiger worden en er minder zal worden gekocht als het aantal verkooppunten wordt teruggebracht, overigens in combinatie met een aantal andere maatregelen. Ik verschil dus niet veel van mening met mevrouw Kant, misschien wel in het tempo, maar niet in de uitkomst.”
Mislukte zelfregulering
Inmiddels zijn we ruim twaalf jaar verder. Let wel: in deze periode is er geen aanvullende beperking van verkooppunten geweest. Zelfs de sigarettenautomaten staan er nog steeds. Kinderen kunnen daar al twaalf jaar lang probleemloos een pakje sigaretten of shag trekken. De PvdA vindt dat de branche aan zet is om ervoor te zorgen dat jongeren geen tabak kunnen kopen. Maar als er één les te leren valt uit de afgelopen periode dan is het dat juist de maatregelen die met ‘het veld’ zijn afgesproken, niet effectief zijn gebleken. Denk aan de mislukte zelfregulering van de rookvrije horeca waarbij de afspraken keer op keer niet werden nageleefd. Volgend jaar zal de Tabakswet hiervoor gerepareerd worden. Een andere belangrijke afspraak met het veld die is mislukt, is de naleving van leeftijdsgrens. Om te voorkomen dat in de Tabakswet van 2002 een leeftijdsgrens van 18 jaar zou worden opgenomen hebben eind 1998 vier organisaties een convenant ondertekend om op vrijwillige basis de verkoop van tabaksproducten aan jongeren tot 16 jaar tegen te gaan. De vier organisaties, waarbij het merendeel van de verkooppunten van tabaksproducten is aangesloten, zijn de Brancheorganisatie voor de tabaksdetailhandel, het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, Landelijke Belangenvereniging voor Tabaksdistributeurs Nederland (automaten) en de Belangenvereniging Tankstations. 14 jaar lang zijn de (voor het publiek niet bekende) afspraken door de verkopers niet nagekomen. Staatssecretaris Van Rijn stelt dat slechts 9 procent van de 13 tot 15 jarigen probeert de leeftijdsgrens te ondermijnen. Maar als we naar het getal kijken van de jongeren die roken van die leeftijd (en dat zijn 15 procent van de jongeren) dan is het een heel ander verhaal. Dit betekent namelijk dat op dit moment bijna tweederde van de rokende jongeren tussen 13 en 15 jaar er vrijwel altijd in slaagt om aan tabak te komen.
‘Rotzooi en troep’
Op Prinsjesdag omschreef minister-president Rutte in Pauw & Witteman tabak als ‘rotzooi en troep’ en de grootste bedreiging voor de volksgezondheid’. Klare taal, maar op basis van het Kamerdebat afgelopen week lijkt het erop dat er enkel een verhoging van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar komt. Het terugdringen van verkooppunten lijkt – dankzij PvdA en VVD – er niet in te zitten. Dat is doodzonde. De tijd van pappen en nathouden door de tabaksverkopers is echt voorbij. De overheid moet nu ingrijpen om te voorkomen dat dagelijks ruim 200 kinderen met roken beginnen. Het is absurd dat een dodelijk product als tabak met 60.000 plaatsen in ons land het best te verkrijgen product is. Zalm met salmonella of komkommer met EHEC wordt direct uit de handel genomen en vernietigd, daartegen treedt de overheid adequaat op. En tabak waarin 60 kankerverwekkende stoffen zitten, waardoor jaarlijks 20.000 doden in Nederland vallen, is op iedere straathoek te koop.
Unieke kans
Ik hoop nog steeds oprecht dat de Kamerleden de ingediende moties over betere naleving van de leeftijdsgrens en terugdringen van verkooppunten van tabak, te beginnen met de automaten, steunen. Dat gaat ook de handhaving makkelijker maken. Anders is de enige uitkomst van dit debat dat de leeftijdsgrens stijgt van 16 naar 18 jaar. Ja, en een toezegging van de staatssecretaris om met een overzicht te komen van effectieve maatregelen. Maar dat ligt er al, dat is namelijk het WHO kaderverdrag tabaksontmoediging. De Kamer en de staatsecretaris hebben nu de unieke kans om echt een stap vooruit te zetten naar een effectieve tabaksontmoediging én de bescherming van onze kinderen.
Michel Rudolphie
Algemeen directeur van KWF Kankerbestrijding