De noodzaak voor kostenbewustzijn is de afgelopen periode wat naar de achtergrond verschoven, maar moet bij elke zorgbestuurder hoog op de agenda blijven. Allereerst is er goed nieuws. Het omzetvolume in de zorg blijft intact.
De bezuinigingen en stelselwijzigingen hebben tot een flinke afzwakking van de groei geleid en Minister Schippers kan meevallers presenteren die voor 2014 oplopen tot 2 miljard euro. Dat is een goede ontwikkeling, want de zorguitgaven waren uit het lood geslagen. Dit jaar en volgend jaar stabiliseren de uitgaven, daarna wordt groei verwacht.
Andere koek
Deze signalen zijn geen reden om nu de teugels te laten vieren, want ik voorzie voor bepaalde sectoren minder goed nieuws. Neem nu de geestelijke gezondheidszorg. Naast de farmacie het enige segment dat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2014 een uitgavenkrimp laat zien. Bij de farmacie zijn de grenzen wel bereikt. Overhevelingen naar het ziekenhuisbudget vinden niet meer plaats en de kosten zijn in control. De GGZ is andere koek. Daar zien we dat het verdienmodel knelt. De basis-GGZ komt niet van de grond en de effecten van de afbouw van de klinische capaciteit zijn zichtbaar. Ketenoptimalisatie en technologische innovatie zijn het startpunt voor het noodzakelijke veranderingsproces om de druk op het budget op te vangen. Declaratieperikelen en aanhoudende onzekerheden over de jaarcijfers zijn een bijkomende complicerende factor, die het vertrouwen in de GGZ niet ten goede komen.
Macrobeheersinstrument
De noodzaak voor meer kostenbewustzijn is ook relevant voor ziekenhuizen, maar om een totaal andere reden. In het voorjaar werd duidelijk dat deze sector toch de uitgavenkaders heeft overschreden. Volgend jaar besluit minister Schippers of het macrobeheersinstrument zal worden ingezet. Nu vind ik dat om eerlijk te zijn het minst interessante. Belangrijker is de vraag wat de reden hiervan is. Is dit niet gewoon de laatste stuiptrekking van het oude budgetteringssysteem? Welk comfort rest als de omzet niet langer wordt gestut door het FB-systeem en transitieregelingen?
De onderliggende ziekenhuisproductie bepaalt nu de omzet en hier zit hem de kneep. Er is sinds 2013 sprake van een trendbreuk. De productie daalt! Daar komt bij dat deze sector consolideert. Ik verwacht dat het marktvolume voor ziekenhuiszorg regionaal intact blijft en groeit binnen de kaders van het convenant. Maar de patiëntenstromen komen in beweging als gevolg van de regionale herstructurering van de ziekenhuiszorg. Als je als ziekenhuis dan geen duidelijk profiel en positie in het netwerk hebt, ben je kwetsbaar.
Ook hier staat het verdienmodel onder druk en de noodzaak tot kostenbeheersing maakt dat de sector moet innoveren. Sleutelwoord is hier het ontwikkelen van efficiëntere regionale structuren, ook met het vizier op de eerste lijn. Instellingen moeten transformeren in netwerken met toegevoegde waarde voor stakeholders (verzekeraars, eerste lijn en aanbieders in de tweede lijn en financiers). Wacht niet af, praat niet over de relevante stakeholders, maar breng ze bij elkaar en ontwikkel een visie op de noodzakelijke samenhang in de curatieve zorg en zet een route uit. De innovatie komt van onderop, maar zal van bovenaf worden afgedwongen en dat is de route die de sector de komende jaren zal gaan doorlopen.
Erwin Winkel, sectormanager Gezondheidszorg ING