Stel, de Nederlandse gezondheidszorg is een goede vriend van u. Hij vertrouwt u toe dat hij elk jaar vijf procent meer uitgeeft terwijl zijn inkomsten niet navenant stijgen. Foute boel, denkt u misschien, dat kan niet goed gaan.
U stelt uw vriend ongetwijfeld de logische vraag waarom hij zoveel geld uitgeeft. Nou, zegt hij, ik ben nogal van de aanschaf. Ik koop veel en vaak dingen die ik bij nader inzien niet nodig heb, maar ook spullen die niet werken. Uw vriend vertelt verder dat het lijkt alsof verkopers voor hem beslissen, hij kan niet anders dan zijn creditcard trekken. En tot slot, verzucht uw vriend, leven hij en zijn vrouw langs elkaar heen. Ze boeken allebei een dure zomervakantie, halen beiden vis maar vergeten de groente. Pure verspilling.
Betere zorg, lagere kosten
Oud-minister Klink en collega’s, hebben zich ook de vraag gesteld waarom uw vriend zoveel geld uitgeeft en bovendien hoe het anders kan. Onlangs verscheen hun rapport. De analyse luidt, vrij vertaald: overbehandeling, te weinig betrokkenheid van patiënten en gebrekkige organisatie van de zorg leiden tot stijging van het zorggebruik. Nederlanders gebruiken steeds meer zorg doordat er te veel en te weinig effectief behandeld wordt. Patiënten zijn bovendien te weinig betrokken bij de zorg die zij krijgen. Dokters praten te weinig met patiënten en horen niet wat ze echt willen, namelijk kwaliteit van leven. Tot slot is de organisatie van de zorg niet gericht op het bieden van de beste zorg op de meest voordelige plek. Om te voorkomen dat een gezin in 2040 de helft van haar inkomen kwijt is aan zorg, moet het zorggebruik en daarmee het aantal verrichtingen omlaag en wel door het verhogen van de kwaliteit van de zorg.
Ander perspectief
Klink’s rapport ‘Kwaliteit als medicijn’ biedt een frisse blik op de beheersbaarheid van de kosten van de zorg. Het verlegt het perspectief van snoeien in het basispakket, verhogen van de eigen bijdrage van burgers en budgetteren van zorgaanbieders naar kwaliteitsverbetering. De andere invalshoek van dit rapport, de focus buiten de gebaande paden, is pure winst, bovenop de geraamde besparing van vier tot acht miljard, alleen al in de curatieve zorg.
Van visie naar praktijk
De hamvraag is echter òf en hoe de geschetste visie op kwaliteit vertaald wordt naar de concrete praktijk van de gezondheidszorg. In het rapport wordt de bal vooral gelegd bij zorgaanbieders, zij zijn degenen die kwaliteit mogen aanjagen. Ik heb mijn twijfels.
Zorgaanbieders, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen en de overheid zijn namelijk niet gek. Klink vertelt hen dan ook weinig nieuws: zij zijn immers al lang bezig met kwaliteitsverbetering. De afgelopen jaren hebben zij initiatieven ondernomen met wisselend succes en één conclusie: als kwaliteitsverbetering makkelijk zou zijn, was het al lang gerealiseerd. Het risico bestaat dat de strategie van Klink gaat leiden tot een scala aan dure en versnipperde kwaliteitsinitiatieven die geen gebruik maken van eerder geleerde lessen: wat werkt, en wat werkt niet? Liever goed gejat dus dan duur of slecht zelf bedacht. Zo heb ik voor uw vriend nog wel een besparingstip: minder naar het winkelcentrum en meer de natuur in samen met zijn partner. Goed voor de kwaliteit van leven en nog gratis ook.
Maaike de Vries, chef Zorg, De Argumentenfabriek