Er zijn van die weken dat je met heel verschillende dingen bezig lijkt te zijn, en dat aan het eind blijkt dat het grotendeels over hetzelfde gaat. De afgelopen week stond voor mij in het teken van kwaliteit en veiligheid.
Onlangs zat ik met dertien ggz-bestuurders om tafel ter voorbereiding op de zorginkoop en -verkoop 2015. Veel ggz-aanbieders hebben de zorginkoop afgelopen jaar als teleurstellend ervaren. Zeker in relatie tot de afspraken die zijn gemaakt in de bestuurlijk akkoorden, en zoeken naar mogelijkheden om dat te veranderen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) schreef in haar evaluatie dat het nog wel wat steviger mag. En ook dat het nog veel te weinig over kwaliteit en inhoud gaat. Met beide ben ik het eens. Wij bereiden ons daarop voor. Onder andere door als branche te kijken hoe we de manier waarop wij denken dat goede ggz-zorg geleverd hoort te worden, kunnen vertalen in verkoopbeleid. Evenals de voorwaarden waarop dit dient te gebeuren. Ook gaan we als GGZ Nederland onze leveringsvoorwaarden herijken. Doel hiervan is de in- en verkoop niet meer zoveel over de randvoorwaarden te laten gaan (zoals de financiering, verantwoording, transparantie), en zo tot een substantiële versimpeling van de uitvoering en een vermindering van administratieve lasten te komen. Daarmee komt er ruimte om het over de wezenlijke zaken van de zorg te hebben. En daar horen ook expliciet kwaliteit en veiligheid bij.
Patiëntveiligheid
Vorige week sprak ik met partijen uit het bestuurlijk akkoord over patiëntveiligheid in de ggz. De afgelopen vijf jaar hebben we dat als GGZ Nederland flink aangejaagd en hebben ggz-instellingen serieus geïnvesteerd in het verbeteren van de patiëntveiligheid. Patiëntveiligheid blijft een belangrijk thema dat ook de komende tijd aandacht behoeft. Zowel aanbieders als patiënten en professionals voorzien dat de opeenstapeling van alle transities nadelige consequenties kunnen hebben voor de veiligheid van patiënten. Instellingen zijn tegelijkertijd druk met bezuinigingen, het opzetten van nieuwe samenwerkingsverbanden (basis-ggz, gemeenten) en met de invoering van nieuwe wetten zoals de Wet verplichte ggz en de Wet forensische zorg. Daarnaast voorzien partijen dat ambulantiseren bestaande risico’s vergroot zoals onveilig medicatiegebruik, somatische comorbiditeit en suïcide. En mogelijk brengt ambulantiseren ook nieuwe risico’s voor de veiligheid van patiënten met zich mee die we nu nog niet overzien. Een onderwerp dus dat we niet uit het oog mogen verliezen.
Normen, kwaliteit en veiligheid
Uit het gesprek kwamen twee relevante dingen naar voren. Ten eerste de constatering dat we de focus moeten leggen op implementatie en uitvoering en niet op het bedenken van nog meer normen en regels. Ten tweede dat het jammer is dat in de onderhandelingen met inkopers (verzekeraars en gemeenten) kwaliteit en veiligheid geen leidende thema’s zijn. Of eigenlijk ‘helemaal’ geen thema zijn.
Zorgverzekeraars
De signalen die wij ontvangen van ggz-instellingen worden ook bevestigd in een rapport van de Erasmus Universiteit dat vorige week verscheen. De onderzoekers concluderen dat zorgverzekeraars zich bij de inkoop van zorg tot nu toe vooral richten op de prijs en nauwelijks op kwaliteit. Dit heeft deels te maken met het complexe systeem van risicoverevening waardoor zij niet beloond worden voor investeringen in kwaliteit. Zeker niet wanneer een hogere kwaliteit niet tevens leidt tot direct lagere kosten. We zouden dus moeten zoeken naar oplossingen hiervoor. Dat is een van de redenen waarom wij pleiten naar meerjarige contracten met beloning voor kwaliteit en patiëntveiligheid. Patiëntveiligheid is geen vanzelfsprekendheid. Veel instellingen zien zich genoodzaakt om de productiedruk op te voeren. Daardoor is het moeilijker om medewerkers vrij te stellen voor implementatie en noodzakelijke verbetertrajecten om veiligheidsrisico’s terug te dringen en de kwaliteit te verbeteren.
Regeltjes
Patiëntveiligheid is nu vooral de verantwoordelijkheid van aanbieders en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). We willen graag dat verzekeraars en patiënten hier meer op gaan sturen. Maar het ontbreekt nog aan goed instrumentarium hiervoor. Met als gevolg dat verzekeraars en inspectie nu werken met afvinklijstjes en rapportages waarmee we juist verder afkomen van kwaliteit, omdat het nut door professionals niet herkend wordt en geen recht doet aan hun eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit. De in harmonie tot stand gekomen veldnorm hoe te handelen bij dwang en separeren wordt bijvoorbeeld vertaald met niet alleen minstens ieder half uur moet kijken hoe het gaat, maar óók dat je in de status moet opschrijven dat je dat gedaan hebt. Dat is alsof je rijdend op de snelweg iedere 10 minuten de politie belt dat je nog steeds niet harder dan 100 km/u rijdt. Een ander voorbeeld is dat een hoofdbehandelaar in de ggz zich moet vergewissen dat de medebehandelaars bevoegd en bekwaam zijn. Dat regelt uiteraard de P&O afdeling van de instelling. Maar dat is in de verantwoording niet meer voldoende, nu wordt geëist dat dit actief bij iedere patiënt gebeurt en dat die activiteit herleidbaar in het dossier moet kunnen worden teruggevonden. Zomaar twee voorbeelden die exemplarisch zijn voor waar we in terecht gekomen zijn.
Implementatietijd
Vorige week stuurde GGZ Nederland een brief aan de leden van de Tweede Kamer. Hierin vragen we onze volksvertegenwoordigers om kritisch te kijken naar de monitor zorginkoop 2014 van de NZa. We vragen bij de Kamerleden aandacht voor het inkooproces dat vooral gaat over proces- en randvoorwaarden en niet over inhoud en kwaliteit. Door deze eenzijdige focus dreigen de doelstellingen van het bestuurlijk akkoord toekomst ggz (betaalbare en toegankelijke zorg) verder weg te raken in plaats van dichterbij.
Investeren
De afgelopen vijf jaar heeft de ggz veel geïnvesteerd in het verbeteren van de patiëntveiligheid. Veel instellingen zijn bezig met implementatie van een of meer elementen van het landelijke patiëntveiligheidsprogramma ggz en zij maken daarbij gebruik van de publicaties en instrumenten die ontwikkeld zijn. Er ligt een uitgebreid en breed gedragen pakket aan kwaliteits- en veiligheidsnormen, vastgelegd in 105 kwaliteitsdocumenten. Ggz-aanbieders zijn erbij gebaat wanneer overheid, verzekeraars en inspectie hen de tijd gunnen die te implementeren en zij niet telkens overvoerd worden met nieuw beleid. En dan kunnen verzekeraars er op vertrouwen dat professionals hun werk goed doen volgens professionele standaarden.
Paul van Rooij
Directeur GGZ Nederland