Afgelopen week kwam de Algemene Rekenkamer in haar verantwoordingsonderzoek over 2013 met heldere aanbevelingen over de drie grote decentralisaties. Aanbevelingen die het kabinet helaas niet overneemt.
Voor de Rekenkamer is de kernvraag: ‘Zijn de 403 gemeenten er klaar voor?’ Een terechte vraag voor een zeer complexe en omvangrijke stelselwijziging. Immers, voor de jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie gaat ruim 11 miljard euro en de verantwoordelijkheid voor 800.000 mensen op 1 januari 2015 over naar gemeenten. Dit vraagt om de zekerheid dat dit verantwoord kan. De Algemene Rekenkamer constateert dat de rijksoverheid die zekerheid nu niet kan geven.
Verantwoord
De Tweede Kamer heeft weliswaar over de Participatiewet, Jeugdwet en de Wmo 2015 de verwachting uitgesproken dat de invoering van deze wetten verantwoord kan, maar die uitspraak was niet gebaseerd op een toets aan randvoorwaarden. Dat laatste gold overigens voor zowel voor- als tegenstanders van deze wetten.
Randvoorwaarden
Daarom stelt de Algemene Rekenkamer voor om alsnog tot een set van cruciale randvoorwaarden te komen. Van tijdige wet- en regelgeving tot het inzicht in wie nu precies onder de verantwoordelijkheid van de gemeente komen te vallen. Misschien komen deze randvoorwaarden voor een belangrijk deel wel overeen met de acties uit de transitieplannen, maar ze krijgen daardoor wel meer status en gewicht.
Vooral door de koppeling aan een beoordelingsmoment op 1 oktober, waar de Rekenkamer ook voor pleit. Je kunt beter maar vooraf toetsen of aan de cruciale randvoorwaarden is voldaan, dan achteraf constateren dat dat niet het geval is geweest en kwetsbare burgers tussen wal en schip zijn gevallen. Helaas heeft het Kabinet deze aanbevelingen niet overgenomen.
Fasering
Betekent dit dat het kabinet zelf ook twijfelt over de vraag of op 1 oktober wel voldaan kan zijn aan de cruciale randvoorwaarden? Misschien is het kabinet huiverig voor uitstel van de decentralisaties. Om politieke of financiële redenen. Maar de Algemene Rekenkamer zegt terecht dat de conclusie op 1 oktober ook kan zijn dat er aanvullende maatregelen nodig zijn of bijvoorbeeld een fasering in de implementatie. En zouden politieke motieven bij een omvangrijke stelselwijziging als deze niet ondergeschikt moeten zijn aan het belang van de zorgvuldigheid?
Onafhankelijke partij
Het is verbazingwekkend dat de aanbeveling om te komen tot een onafhankelijke Transitie Autoriteit Sociaal Domein door het kabinet zelfs genegeerd wordt. Dat getuigt niet van realisme. De decentralisaties zullen gepaard gaan met fouten en problemen. Daarom is een onafhankelijke partij nodig die in de voorbereiding en straks in de uitvoering de knelpunten bloot legt, oplost en adviseert over eventuele bestuurlijke maatregelen. Waarom kan dit wel voor de Jeugdwet, maar niet voor de overige decentralisaties?
Niet te laat
Met haar aanbevelingen springt de Algemene Rekenkamer in een gat dat de Tweede Kamer heeft laten vallen. De Kamer had bij de behandeling van de Participatiewet, Jeugdwet en Wmo 2015 randvoorwaarden kunnen stellen, een beoordelingsmoment kunnen inbouwen en een onafhankelijke autoriteit kunnen afdwingen. Gelukkig is het nog niet te laat.
Regie
Woensdag is het Verantwoordingsdebat over de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. Dat is hét moment voor de Tweede Kamer hierin de regie te hernemen. Anders is het wachten op de Eerste Kamer, waar de toets op kwaliteit en uitvoerbaarheid over het algemeen zwaarder weegt dan de politieke opportuniteit.
Jan de Vries
Directeur MEE Nederland