Het KNMI gaf eind oktober een weerswaarschuwing af: code Oranje, oftewel ‘extreem weer’. Nog geen twee weken later presenteerde de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd onder leiding van Leonard Geluk haar rapport over de regionale transitiearrangementen Jeugd. In dit rapport kleurde een belangrijk deel van Nederland oranje.
Deze regio’s voldeden niet aan alle eisen, zoals continuïteit van zorg, behoud van de zorginfrastructuur en het beperken van frictiekosten. Deels was dit aan de regio’s te wijten, maar tegelijkertijd maakte de commissie duidelijk dat een aantal cruciale randvoorwaarden ontbraken. Randvoorwaarden zoals tijdige helderheid over het budget, een garantie voor bovenregionale en landelijke voorzieningen en een sluitende regeling voor frictiekosten. Hierin moeten Rijk en gemeenten voorzien. Leonard Geluk was ook helder over de consequenties. Als de aanbevelingen van zijn commissie niet worden opgevolgd, is er op 1 januari 2015 geen garantie voor continuïteit van zorg en behoud van zorginfrastructuur. Dit heeft grote gevolgen voor kwetsbare kinderen en jongeren. Het KNMI zou in dat geval met code Rood een groot weeralarm afgeven. Er dreigt gevaar.
Geen urgentie
De reactie van staatssecretaris Van Rijn op het rapport van de Transitiecommissie mist die scherpte en de urgentie. Er worden vooral processen in gang gezet, opdrachten bij de VNG neergelegd en intenties uitgesproken. Aanbieders en cliënten krijgen geen enkele zekerheid dat de randvoorwaarden die door de commissie zijn genoemd, tijdig zijn vervuld. En 1 januari 2015 nadert snel!
Geen verantwoordelijkheid
Een deel van de Kamer gaf tijdens het begrotingsdebat over het onderdeel Jeugdzorg aan deze zorgen te delen. Dit debat kwam echter niet verder dan de vraag om een nieuwe beoordeling van de transitiearrangementen door de Transitiecommissie Jeugd in januari 2014. Daarmee neemt de politiek helaas geen verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige transitie en zachte landing.
Remmen of gas geven
Ook voor de invoering van de stelselwijziging passend onderwijs is er een vergelijkbare commissie ingesteld, de Evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs. Afgelopen week gaf deze commissie een code Oranje af. “Het licht staat op oranje, tijd om te remmen of om gas te geven”, aldus commissievoorzitter Jan Gispen. Naar zijn oordeel moet staatssecretaris Dekker nu de regie nemen en er voor zorgen dat het passend onderwijs per 1 augustus 2014 zonder kleerscheuren wordt ingevoerd.
Onafhankelijk oordeel
Naast passend onderwijs en jeugd voert de Rijksoverheid nog twee grote stelselherzieningen door: de hervorming van de langdurige zorg (Wmo 2015) en de invoering van de Participatiewet. Stelselherzieningen die met dezelfde stoom en kokend water worden voorbereid. Ook hier zijn wetgeving, budgettaire helderheid en andere randvoorwaarden nog niet ingevuld. De risico’s die daarmee gepaard gaan, vragen ook voor deze stelselherzieningen om een oordeel van een onafhankelijke en deskundige commissie. De ervaring van jeugd en passend onderwijs leert dat zo’n commissie objectieve, heldere en bruikbare aanbevelingen oplevert, die bijdragen aan een zorgvuldige implementatie. En dat vraagt ook om politieke moed. Of daadwerkelijk de regie pakken en de aanbevelingen ter harte te nemen. Of -in het belang van kwetsbare burgers- te kiezen voor een noodstop.
Jan de Vries, directeur MEE Nederland