Siza uit de regio Arnhem hield vorige week met zorgverzekeraars Menzis en Achmea een Dialoogconferentie ‘De tijd is rijp’. Het ging over een andere kijk op kwaliteit en verantwoorden in de gehandicaptenzorg.
Ontstaan vanuit een combinatie van HKZ-moeheid en burgerlijke ongehoorzaamheid besloten verzekeraars en organisatie vier jaar geleden tot een andere manier van verantwoorden. Het instrumentarium moest uitgaan van de individualiteit van de mensen voor wie Siza werkt, op zoek naar ongelijkheid. Dat heeft geleid tot ‘Dit vind ik er van’, het instrumentarium en de werkwijze die Siza gebruikt en die opgenomen is in de voorlopige waaier van cliënt-ervaringsinstrumenten van de VGN. Maar vooral heeft het geleid tot anders denken bij zowel de zorgaanbieder, de verzekeraar en bij cliënten.
Droom
Met cliënten spreken over wensen, hun droom en de manier waarop ze daar invloed op kunnen uitoefenen geeft een andere dimensie aan kwaliteitsbeleid, zo is de ervaring van Siza. Het vertrekpunt is de ongelijkheid van cliënten op te zoeken. Mooi, maar lastig in systemen te vatten, zo denk je in eerste instantie, als het om verantwoorden gaat. We leven immers in een tijd waarin we scores optellen en organisaties daarop afrekenen. ‘High trust, high penalty’ zo luidt het gevleugelde management- en beleidsmotto op dit moment. Maar dat is oud denken, zo was mijn conclusie na deze middag.
Wanneer mensen in een gestandaardiseerd kwaliteitssysteem geperst worden, komen ze minder tot hun recht. En tot je recht komen, is misschien wel het belangrijkste in een mensenleven, ongeacht de beperkingen die je ervaart. Het draait om de veerkracht van mensen aan, hun mogelijkheden om zelf het leven te vorm te geven. We hebben daarmee ook de kernelementen van het nieuwe denken over gezondheid te pakken.
Indivivueel leertraject
Een organisatie die die elementen bij haar cliënten optimaal faciliteert, doet het goed. Maar voor elk mens ligt dat anders en voor elke organisatie ligt dat anders. De dialoogconferentie liet enthousiasme zien voor deze benadering, een benadering die mensen tot hun recht laat komen en de individuele verschillen laat zien. Maar tot je recht komen houdt een individueel leertraject in. Het gaat bij de meeste mensen en organisaties niet vanzelf. De vraag is nu hoe dat voor inkoopbeleid en verantwoording uitpakt; is daar ruimte voor individuele leertrajecten?
De gehandicaptenzorg kent een grote diversiteit en volgt met haar kwaliteits- en verantwoordingsbeleid een andere lijn dan de andere sectoren. De verschillen binnen de branche zijn groot. Maar als je goed kijkt geldt dat ook voor andere sectoren in de zorg. Wat iedereen gemeenschappelijk heeft is de wens zo goed mogelijke zorg en ondersteuning te bieden, ofwel permanent te verbeteren.
In de Dialoogconferentie bleek dat zowel zorgaanbieders, cliënten en zorgverzekeraars verbeteren belangrijk vinden. Eigenlijk zouden we verbeteren moeten belonen, systematisch werken aan verbeteringen. Wie dat goed doet, moet beloond worden. Maar wat te doen bij degenen die dat niet doen?
Verdoezelen
Als organisaties die niet aan verbetering werken veel minder budget of verscherpt toezicht krijgen, lopen we het risico dat ze niet echt gaan leren en verbeteren. Ze gaan hun falen verdoezelen, raken in een kramp en gaan dikwijls zelfs korten op leren.
Dat lijkt me niet goed. Je moet elkaar kunnen vertrouwen en over je zwakke kanten kunnen spreken, om te kunnen leren en verbeteren. Met strenge straffen leer je niet goed en spreek je niet de juiste motivatie aan. Wat mij betreft gaat het bij inkoop en toezicht op kwaliteit de komende jaren over verbeteren en is het motto: high trust, low penalty!
Henk Nies
Voorzitter raad van bestuur van Vilans