Tijdens het debat in de Eerste Kamer is dinsdagavond opnieuw discussie ontstaan over de uitkeerbare winst bij medisch-specialistische zorg. Die discussie is uitermate zinvol aangezien er nauwelijks partijen zijn die gebruik gaan maken van de mogelijkheid om winst uit te keren.
Dat wil niet zeggen dat de beoogde wijzigingen op de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) geheel van onnut zijn, maar voorlopig is de werkelijkheid wat anders. Onderstaand enige toelichting op de vele misverstanden die bestaan ten aanzien van dit onderwerp.
Het kon al
Interessant is dat het wetsontwerp iets mogelijk maakt dat altijd al kon. Er zijn vele financiële instrumenten die legaal en transparant de uitkering van winst faciliteren. Denk daarbij aan de financiering waarbij de rente afhankelijk wordt gemaakt van bepaalde financiële prestaties. Er is nooit gebruik van gemaakt, aangezien er in de sector nooit het niveau van uitkeerbare winst is bereikt.
Wat is uitkeerbaar?
Uitkeerbare winst is dát deel van het resultaat dat beschikbaar is voor een uitkering aan kapitaalverschaffers. Winst is echter pas uitkeerbaar als het financiële resultaat dusdanig is dat het niet meer in zijn geheel voor interne financiering gebruikt hoeft te worden. In de zorgsector doet zich dit de komende jaren niet voor. De winstcapaciteit is van een omvang dat we al blij mogen zijn dat er enige toevoeging aan vermogen en liquiditeit kan plaats vinden. Het is niet de verwachting dat die winstcapaciteit een omvang gaat krijgen die een deel van de winst uitkeerbaar maakt.
Interne financiering
Er zijn met name de laatste twee jaar veel inzichten veranderd ten aanzien van de financiering van zorgaanbieders. De noodzakelijke investeringen bij zorgaanbieders als gevolg van veranderingen in de sector zijn fors toegenomen, met name op het gebied van huisvesting en de facilitaire voorzieningen. De omvang daarvan is zo groot dat balansverlenging onontkoombaar is en de kapitaallasten rechtevenredig toenemen. Dat veroorzaakt een aanslag op solvabiliteit en rentabiliteit. Om het beroep op externe financiering te verminderen, zijn steeds meer zorgaanbieders gericht op een deelfinanciering uit eigen middelen, wat vrijwel uitsluitend bereikt kan worden door het resultaat ten gunste van het eigen vermogen te brengen.
Ook de terughoudendheid van banken om nog beschikbaar te zijn voor de zorgsector is dusdanig toegenomen dat steeds meer moet worden gezocht naar deels interne financiering. Banken stellen zulke hoge eisen aan de kredietverlening dat alleen met het bereiken van voldoende winst en toevoeging van die winst aan het eigen vermogen het gesprek met de banken nog zinvol is.
Afromen
De opstelling van de verzekeraars ten aanzien van contractering en beprijzing van zorgproducten heeft zich het laatste jaar zo verscherpt dat het aannemelijk is dat verzekeraars bij in hun ogen hogere winsten van zorgaanbieders die winsten gaan afromen door in het volgende jaar de inkoopprijzen verder aan te scherpen. Winst wordt dan dus afgeroomd om de kosten voor de verzekeraars te verlagen.
Er heerst in de sector en in de politiek een misverstand ten aanzien van partijen die alleen maar toetreden als hun financiële inbreng in de sector leidt tot dividenduitkering. Als er al belangstelling is, dan is dat van partijen die niet primair gericht zijn op uitkeerbare winst, maar de vergoeding voor hun kapitaalinjectie veel meer willen terugvinden in stijging van de waarde van hun ingebrachte kapitaal. Zij willen zich met die ‘winst’ binnen enkele jaren (zeven in de meeste gevallen) weer terugtrekken.
De fiscus
Tijdens geen enkele beschouwing in de afgelopen maanden is de opstelling van de fiscus meegewogen. Als de zorgaanbieder, in de meeste gevallen nog een stichting, winst maken als doelstelling gaat krijgen, zal direct sprake zijn van de verplichting om vennootschapsbelasting (VPB) te gaan betalen. De fiscus kijkt namelijk door de juridische structuur van een organisatie heen. Materieel betekent het uitkeren van winst aan kapitaalverschaffers dat de instelling de bedoeling heeft winst te maken, welke winst dus belast zal worden met circa 25 orocent VPB.
Weinig toegepast
Er zijn voldoende argumenten om aan te nemen dat de beoogde wet in de praktijk weinig zal worden toegepast. Is de wet dan overbodig? Geenszins: met het signaal dat de minister wil afgeven, wordt verder steun gegeven aan het feit dat zorgaanbieders winst mogen maken en dat die mogelijkheid maatschappelijk niet meer onder druk staat. Ook dat is belangrijk.