Gemeenten mogen zelf bepalen voor welk bedrag ze thuiszorg aanbesteden, ook als dit onder de kostprijs is. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag bepaald in een uitspraak in hoger beroep van thuiszorgorganisatie Careyn tegen vijf gemeenten in de Hoeksche Waard.Careyn, dat jarenlang de thuiszorg verzorgde, vond dat die gemeenten een onredelijk laag bedrag betaalden. Voor negentien euro per uur zou Careyn niet uit de kosten komen. Ook andere organisaties gaven aan, het bedrag onredelijk te vinden, betoogde Careyn. Sommige hadden daarom niet ingeschreven, andere gaven toe onder de kostprijs te hebben ingeschreven. De gemeenten verpesten met hun bod de markt, vond Careyn, en stapte naar de rechter.
Eerder vonnis bekrachtigd
Met haar uitspraak bevestigt het gerechtshof het vonnis dat de rechtbank in Dordrecht in oktober al gaf in deze zaak: de gemeenten kunnen iedere prijs bieden die ze willen. Ook als alle aanbieders aangeven dat die tarieven niet kostendekkend zijn, wil dat nog niet zeggen dat de tarieven daarmee ook onredelijk zijn, stelt het hof. Aanbieders kunnen gegronde redenen hebben om een opdracht aan te nemen die ze geld kost en de gemeente is niet verplicht onderzoek te doen naar wat een redelijke prijs is.
Politieke oproep
Staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid heeft gemeenten meermalen opgeroepen de huishoudelijke verzorging niet onder de kostprijs aan te besteden, omdat dit ten koste zou gaan van de arbeidsvoorwaarden. Zo’n politieke oproep is voor de geldigheid van een opdracht niet relevant, aldus het hof. De gemeenten in de Hoeksche Waard hebben in het bestek wel opgenomen dat het personeel volgens de CAO-richtlijnen moet worden beloond.