Zorgaanbieders verzuimen bij het opschalen van geïntegreerde zorg de patiënt te betrekken bij het ontwerp van dergelijke programma’s. Wat rest is dat patiënten aan het einde van de ontwerpfase geïnformeerd worden. Ook verpleegkundigen worden vaak niet of laat gehoord.
Dat is één van de bevindingen die naar voren komt uit het onlangs verschenen ACT@Scale-handboek, waarin verschillende Europese projecten beschreven staan die gericht zijn op het opschalen van veelbelovende initiatieven op het gebied van digitale, keten- en netwerkzorg.
Virtuele verpleegafdeling
Geïntegreerde zorg begint ook in Nederland steeds steviger wortel te schieten. Twee van deze initiatieven hebben een plek gekregen in het ACT@Scale onderzoeksprogramma. Het gaat hier om een telezorg-model van UMCG voor astma- en COPD-patiënten en telemonitoring in de hartzorg van Treant Zorggroep.
Waar deze goede voorbeelden zich concentreren op één of enkele ziektebeelden, ontstaan er daarnaast geïntegreerde zorg-initiatieven met een meer alomvattend karakter. Zo maakten OLVG en Cordaan onlangs plannen bekend voor een complete virtuele verpleegafdeling, waar medisch specialisten, huisartsen, wijkverpleegkundigen en thuiszorgers over de schotten heen in een grotendeels digitale setting zorg gaan leveren aan kwetsbare ouderen.
Hindernissen
Helen Schonenberg, als senior onderzoeker van Philips verbonden aan het ACT@Scale programma, juicht dergelijke initiatieven toe. Tegelijkertijd geeft ze aan dat het bij alle enthousiasme nog niet zo eenvoudig is om vast te stellen wat wel en niet werkt bij het opschalen van geïntegreerde zorg. Een dergelijke evaluatie wordt onder meer bemoeilijkt door het ontbreken van een duidelijke, bewezen methodologische aanpak. Toch zijn er volgens Schonenberg op basis het het ACT@Scale-programma genoeg concrete hindernissen aan te wijzen, die succesvolle opschaling bemoeilijken.
Patiënten-participatie
De meest opvallende hindernis is misschien wel het gebrek aan patiënten-participatie. Zorgaanbieders motiveren hun keuze voor geïntegreerde zorg veelal met het argument dat ze de patiënt centraal willen stellen. Dit vertaalt zich vooralsnog niet in een actieve rol van de patiënt bij de inrichting van integrated care. “Het overgrote deel van de programmamanagers zegt dat de patiënt centraal staat”, reageert Schonenberg. “Maar de patiënt wordt eigenlijk niet in het ontwerp van het programma betrokken, maar aan het eind geïnformeerd wordt. Dit geldt overigens ook voor de verpleegkundigen.”
Andere obstakels die opschaling van integrated care in de weg kunnen staan zijn gefragmenteerde financiering en problemen rond elektronische data-verzameling en -uitwisseling.
Collaboratieve benadering
Om de slaagkans te vergroten adviseert Schonenberg een gestructureerde, collaboratieve benadering, liefst gebaseerd op wetenschappelijke en praktische bewijzen. Zorgaanbieders doen er in ieder geval goed aan patiënten in een vroegtijdig stadium mee te nemen. Dit impliceert dat de patiënt in de juiste taal wordt voorgelicht en geschoold. Ook is het belangrijk om de mate van betrokkenheid van patiënten goed in de gaten te houden. De auteurs van het ACT@Scale handboek wijzen in dit verband op het belang van Patient Activation Measurement (PAM). Om de uiteindelijke waarde van integrated care te bepalen zijn patiënt-gerelateerde uitkomstmaten essentieel. Deze PROM ’s en PREM’s moeten vanzelfsprekend weer terug gekoppeld worden naar het primaire proces. Ook van belang is de inzet van gebruiksvriendelijke digitale hulpmiddelen. Schonenberg: “De techniek moet niet alleen goed werken, maar ook geïntegreerd zijn in de workflow.”
ACT@Scale is een Europees samenwerkingsverband tussen zorgaanbieders, academische instituten en innovatieve fabrikanten als Philips. Het platform heeft zichtzelf tot doel gesteld om projecten en experimenten rond telezorg en integrated care zo op te schalen dat ze onderdeel gaan uitmaken van het reguliere zorgproces.