Medisch leiderschap moet worden gezien als onderdeel van het werk van alle artsen en moet om die reden in de basisopleiding geneeskunde worden opgenomen. Hiervoor pleit de werkgroep Studenten van het Platform Medisch Leiderschap (SPML), die bestaat uit geneeskundestudenten en coassistenten van verschillende organisaties.
De werkgroep SPML breekt een lans voor medisch leiderschap in een visiedocument.
“Met medisch leiderschap kun je als arts kwaliteit en patiëntveiligheid bevorderen en waarborgen. Hierbij gaat het dus niet alleen om medisch-inhoudelijk handelen, maar ook om organiseren, samenwerken, kostenbewust handelen, transparantie en zelfmanagement.” Om het dagelijkse werk goed uit te kunnen voeren hebben álle dokters kennis en vaardigheden nodig op dit gebied, stelt de werkgroep. Medisch leiderschap komt in de vervolgopleiding steeds meer aan bod, maar als het aan de werkgroep SPML ligt gebeurt dat al tijdens de basisopleiding geneeskunde.
Kerncompetenties
Het Platform Medisch Leiderschap, waar de werkgroep onder valt, heeft samen met de Universiteit Twente een raamwerk ontwikkeld. Enkele kerncompetenties hierin zijn: leiden vanuit visie, persoonlijke ontwikkeling, zichtbaarheid, invloed uitoefenen, organiseren en ondernemen en innoveren. Het raamwerk maakt onderscheid tussen leiderschap ten opzichte van de arts zelf, de ander en de maatschappij.
Bij persoonlijk leiderschap gaat het erom dat de individuele arts zijn persoonlijkheid en kernkwaliteiten optimaal kan inzetten tijdens zijn werk als zorgprofessional. “Maar ook is er in het proces van levenslang leren aandacht voor valkuilen, verbeterpunten en het stellen van persoonlijke doelen”, stelt de werkgroep. “Persoonlijk leiderschap is onontbeerlijk voor geneeskundestudenten die, juist vanwege de vele eisen die al tijdens de studie aan hen worden gesteld, hun eigen visie op kwaliteit van zorg moeten kunnen ontwikkelen én nastreven.”
Leiderschap ten opzichte van de ander gaat over het leveren van ‘uitstekende zorg’ in samenwerking met de patiënt, de medestudent en het zorgteam. In de huidige curricula blijven volgens de werkgroep essentiële zaken onderbelicht, zoals: hoe vergroot is je bijdrage aan een team? Hoe breng je veranderingen teweeg in een ziekenhuis?
Maatschappij
De expertise van artsen hoort volgens de werkgroep niet alleen ten goede te komen van de individuele patiënt in de spreekkamer, maar ook van de maatschappij als geheel. De maatschappij verlangt van artsen steeds meer een transparante houding en bewustzijn rondom kosten, daarom is het “van belang om op de hoogte te zijn van de wisselwerking tussen maatschappelijke actoren, zoals zorgverzekeraars en beleidsmakers”. Geneeskundestudenten horen de middelen aangereikt te krijgen om een visie op deze ontwikkelingen te vormen en zo een bijdrage te kunnen leveren aan het maatschappelijk debat.
De werkgroep SPML stelt concrete stappen voor die gezet moeten worden de komende vijf jaar. Zo moet tegen die tijd elke geneeskundestudent gedurende zijn opleiding les hebben gehad en ervaring opgedaan in motiverende gespreksvoering en shared decision making. Ook heeft elke geneeskundestudent in 2021 vaardigheden aangeleerd om elkaar te motiveren, aan te spreken, aan te sturen en te beoordelen. Verder krijgen alle geneeskundestudenten onderwijs over de rol van transparantie, kritisch interpreteren van kwaliteitscijfers en toetsbare zorg en krijgen zij gedegen onderwijs over de financiering en kosten van de zorg.
Verandermanagement
In het visiedocument staan enkele bestaande initiatieven met betrekking tot de ontwikkeling van medisch leiderschap. Een voorbeeld is het leiderschaps-ontwikkelingstraject aan de Universiteit van Amsterdam. Jaarlijks volgen tien studenten onder meer masterclasses over verandermanagement, conflicthantering, onderhandelstrategieën en organisatie van de zorg. Verder krijgen studenten opdracht om tekortkomingen te signaleren in het onderwijs en de ziekenhuisorganisatie, hier effectieve oplossingen voor aan te dragen en deze ook zelf te effectueren.