Ambulances zijn vergeleken met 2013 op sommige plekken in het land langer onderweg. Daardoor kunnen meer mensen niet binnen de wettelijk norm van 45 minuten op de Spoedeisende Hulp van een Ziekenhuis zijn of bij een locatie voor acute verloskunde. In totaal zitten ruim 33 duizend mensen op meer dan 45 minuten van de eerste hulp. Dat zijn er 9000 meer dan in 2013, blijkt uit nieuwe analyse van het RIVM.
Het RIVM voert de analyse van de bereikbaarheid van Spoedeisende Hulp-afdelingen (SEH’s) en locaties met acute verloskunde uit op basis van een rijtijdenmodel. In 2016 heeft het RIVM een nieuwe versie hiervan in gebruik genomen.
Om tot het nieuwe model te komen heeft het RIVM tussen 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015 metingen van ambulancesnelheden laten uitvoeren. Hierbij zijn snelheden in heel Nederland gemeten. Uit de meetgegevens zijn gemiddelde snelheden bepaald. De nieuwe gemiddelde snelheden zijn gebruikt in een routeplanner die toegesneden is op hulpdiensten, met bijvoorbeeld busbanen die voor andere verkeer afgesloten zijn.
De nieuwe gemiddelde snelheden bleken iets lager dan die volgens het vorige model uit 2013. De lagere snelheden leiden tot langere rijtijden. In de meeste gebieden in Nederland is het nieuwe rijtijdenmodel één tot twee minuten langzamer dan de vorige versie.
Verkeersdrukte
De oorzaak van de lagere snelheden is door het RIVM niet in detail onderzocht maar er zijn aanwijzingen dat de lagere snelheden verband hebben met de toename van de verkeersdrukte in de afgelopen jaren. Er zijn ook gebieden waarin het 2016-model sneller is dan het 2013-model. De belangrijkste verklaring hiervoor ligt in een verbetering van de infrastructuur (wegen).
De 9.000 inwoners voor wie de SEH nu verder weg is liggen verspreid over Nederland. Het betreft inwoners van de Waddeneilanden en de gemeenten Baarle-Nassau, Korendijk, Sluis, Steenwijkerland en De Marne.