In Nederland wordt jaarlijks gemiddeld 4 à 5 keer sectie verricht op een pasgeborene, omdat het vermoeden bestaat dat het kindje binnen 24 uur na de geboorte is gedood (neonaticide). Hoewel in alle gevallen sterke aanwijzingen zijn dat de baby een niet-natuurlijke dood is gestorven, blijkt dit slechts in 9 procent van de gevallen te bewijzen op basis van de sectie.
Dat zeggen onderzoekers, onder wie pathologen, donderdag in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. De reden waarom sectie veelal geen uitsluitsel geeft over de doodsoorzaak, is de vaak ver gevorderde ontbinding van het lichaam. De lijkjes worden meestal pas lange tijd na de dood gevonden.
Moeder
Bij neonaticide is de dader vrijwel altijd de moeder, die de zwangerschap actief heeft ontkend of verborgen gehouden. De vrouw is alleen bevallen en brengt de baby om het leven, meestal door er niet voor te zorgen. Het lijkje wordt daarna meestal verpakt, in of rond het huis bewaard en bij verhuizing soms meegenomen.
Gerechtelijke secties
De onderzoekers keken naar 82 gerechtelijke secties in de periode 1994-2011 bij het Nederlands Forensisch Instituut en de voorloper daarvan. Vier secties werden uitgesloten, omdat de zwangerschap minder dan 24 weken had geduurd. Van de overige 78 baby’s bleek er ten minste één dood geboren, zeven waren zeker door geweld om het leven gekomen en de rest (70 totaal, 90 procent) was mogelijk door geweld overleden.
De onderzoekers stellen dus dat jaarlijks minimaal 4 à 5 keer neonaticide wordt vermoedt. Maar dat is waarschijnlijk een onderschatting, omdat altijd een onbekend aantal gevallen niet ontdekt wordt. (ANP)