• Hidden
Abonneer u nu op dé podcast door de redactie van Skipr en Zorgvisie over de gezondheidszorg in Nederland Beluister de afleveringen van Voorzorg hier

Reader Interactions

Reacties 3

  1. Peter Koopman

    Veel wisselingen aan de top zijn niet alleen in de AGZ zichtbaar, maar ook in de GHZ, de GGZ en de VVT ( m.u.v. Buurtzorg ). De eerstverantwoordelijke voor de samenstelling en selectie is de betreffende Raad van Toezicht. De primaire opgave van de RvB betreft het strategisch beleid inzake de primaire doelstelling van de organisatie, zowel naar Cure, Care als Costs en daarmee samenhangende waarden en normen in deze professionele organisaties. En dit in een wenselijke samenhang. Maar ook het toezicht op het tactisch en operationeel beleid ( inclusief realisatie ) vormt een opgave van de RvB. Hechting en/of affiniteit hiermee is een pré en kan passend gezag en voorbeeldgedrag bieden. Naar mijn ervaring is de triumviraat vorm in het bestuur een degelijk model, dat ook langjarig houdbaar is.

  2. Geert Smulders

    Het verbaast mij ten zeerste dat in dit onderzoek twee andere oorzaken voor de toename van het aantal bestuurders in alle zorgsectoren niet naar voren zijn gekomen.
    Zonder er wetenschappelijk onderzoek naar gedaan te hebben viel het mij destijds op dat bij de invoering van de WNT ( door de huidige informateur Dhr.Plasterk) het aantal bestuurders drastisch uitgebreid werd.
    Eén hoofdige RvB’s werden tweehoofdig,
    Twee hoofdige werden drie hoofdig etc.. Gezien de geleidelijke invoering van de WNT,gebeurde dit na verloop van jaren. Zoals zo vaak in de politiek was en is dit schijnpolitiek. De ‘ bezuiniging’ op het salaris van de bestuurder werd/wordt ruimschoots overtroffen door de uitbreiding van het aantal bestuurders!
    Het tweede fenomeen dat m.i. onbesproken blijft in het artikel is de drastische toename van het aantal vrouwelijke bestuurders.
    Net zoals bij medisch specialisten ( andere artsengroepen ken ik minder goed) zag je dat de toename van het aantal vrouwelijke medisch specialisten er toe leidde dat er meer medisch specialisten nodig waren.
    Kennelijk waren mannelijke medisch specialisten, in het algemeen, bereid langere werkdagen te maken dan hun vrouwelijke collega ´s.
    Dit zelfde fenomeen, zonder daar een waarde oordeel aan te koppelen, was m.i. ook waarneembaar bij de toename van het aantal vrouwelijke bestuurders in de zorg.
    Ook hiervoor geldt dat dit gezien moet worden als tendens en niet als absolute waarheid.

  3. Pieter Cortenbach

    Interessant onderzoek. Dank DamhuisElshoutVerschure Organisatieadviseurs. Er valt veel over te zeggen. Onder andere dat er natuurlijk een causale relatie zit tussen het “pas op de plaats maken” door de toezichthouder bij het vertrek van een bestuurder en de sterk gestegen inzet van interim bestuurders. Overigens opvallend vaak geen professionele interim managers maar bestuurders die net gestopt zijn (vaak vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd) bij andere instellingen. Zoals ik afgelopen weekend in mijn linkedin-artikel “executive successieplanning hoog op de bestuurlijke agenda” schetste ligt de sleutel juist bij het tijdig op de bestuurlijke agenda zetten van successieplanning en opvolging als onderdeel van het strategisch beleid en risicomanagement. Dat vergt weliswaar een intensiever en langere termijn perspectief vanuit de toezichthouder maar hierdoor zijn zij beter voorbereid bij het (on)verwachte vertrek van de bestuurder. En met een objectieve, meerjarige assessment methodiek geeft het kandidaten van binnenuit meer (ontwikkelings)perspectief als de bestuurlijke opvolging aan de orde is en daarmee een eerlijker speelveld ten opzichte van externe kandidaten, over wie ook het een en ander gezegd wordt in het onderzoek.