Voormalig voorzitter Elco Brinkman van de raad van commissarissen van Philadelphia heeft tegen de ondernemingsraad (OR) gelogen over de invulling van bestuurlijke verantwoordelijkheden binnen de top van fusieorganisatie Espria. Dat zegt OR-voorzitter Evert van Dalen in een interview in het Praktijkblad Ondernemingsraad.
Glashard
De beschuldiging draait rond de rol van de toenmalige bestuurders Frits Brink en Theo Kralt. Na enkele incidenten zegde de OR in juli 2008 het vertrouwen in de raad van bestuur van Philadelphia op. Daarmee kwam ook hun toekomstige rol binnen de raad van bestuur van Espria, een samengaan van Philadelphia, Evean en Woonzorg Nederland, in een ander licht te staan. “De raad van commissarissen wilde het netjes afhandelen en besloot toen om Brink en Kralt als bestuurders zonder statutaire verantwoordelijkheid in de holding te benoemen”, stelt Van Dalen in het Praktijkblad Ondernemingsraad. “Zonder statutaire verantwoordelijkheid wil zeggen dat je geen besluiten meer mag nemen. Maar tot onze grote verbazing en verontwaardiging bleek niet veel later dat Brink en Kralt nog wel degelijk statutair verantwoordelijkheid bleven binnen Espria. Brinkman had dus glashard zitten liegen!”
Geen gehoor
Volgens Van Dalen lieten zowel de raad van commissarissen als de raad van bestuur zich ook in een eerder stadium weinig gelegen liggen aan de OR. “We zijn eind 2006 naar de raad van commissarissen gestapt, waar we een aantal punten hebben aangegeven die verbeterd zou kunnen worden. Ze waren het ermee eens, maar er is vervolgens niets mee gedaan. In 2007 hebben we weer met de rvc om tafel gezeten, waarin we onze zorgen hebben geuit over de financiën en over de aansturing van de organisatie na de voorgenomen fusie met Evean en Woonzorg per 2008. We vonden het te snel gaan en gaven het advies niet in 2008, maar in 2009 te fuseren. De raad van bestuur heeft dat naast zich neergelegd, omdat uitstel niet mogelijk zou zijn. Dat was voor de OR een breukpunt in de relatie met de raad van bestuur. Daarna zijn er nog verschillende gesprekken geweest om de schade te herstellen, maar er werd niets met onze inbreng gedaan. Ondertussen kwamen ook de financiële problemen aan het licht. Toen er vervolgens in juli 2008 weer een advies van ons terzijde werd geschoven, hadden we er genoeg van. De OR besloot het vertrouwen in de raad van bestuur op te zeggen. Dat hebben we aan de raad van commissarissen meegedeeld. We wilden dat bestuurders Brink en Kralt per 1 november zouden opstappen.”