Staatssecretaris Bussemaker van VWS bestrijdt dat het kabinet de abortuspraktijk in stilte aanscherpt. In haar weblog stelt Bussemaker dat de kritiek op ‘onjuiste veronderstellingen’ is gebaseerd. Volgens de staatssecretaris verandert er de facto niets aan de abortuspraktijk.
Verboden
Aanleiding voor de reactie van de staatssecretaris vormt kritiek in de media op de aanpassing van het Besluit afbreking zwangerschap. Volgens Bussemaker bestaat bij de critici het onjuiste idee dat huisartsen de abortuspil mochten voorschrijven. De abortuspil staat sinds 1999 geregistreerd als abortusmiddel en valt zodoende onder de Wet afbreking zwangerschap (Waz). De abortuspil kan daarmee uitsluitend in vergunninghoudende klinieken of ziekenhuizen worden voorgeschreven. Huisartsen hebben de abortuspil in Nederland nooit mogen voorschrijven, omdat zij niet aan de wettelijke eisen kunnen en konden voldoen.
Geen verandering
Door de ‘overtijdbehandeling’ onder te brengen bij de Waz doet het kabinet volgens Bussemaker niet meer dan het advies van onderzoeksinstituut ZonMW uit 2005 opvolgen. In tegenstelling tot het vorige kabinet wil het kabinet geen verplichte bedenktijd van vijf dagen, maar houdt het vast aan de huidige, flexibele bedenktijd voor de overtijdbehandeling. “Er is geen sprake van beperking, noch van verruiming”, stelt Bussemaker in haar weblog. “Dat er niets verandert, bevestigen reacties uit de abortushulpverlening.”
Aanklacht
Ook voor actiegroep Women on Waves, die vrouwen in landen met een restrictieve abortuswetgeving helpt, verandert er volgens Bussemaker weinig, zolang ze hun vergunninghoudende behandelunit meenemen. Dankzij deze behandelunit, kunnen Women on Waves overal de medicamenteuze (abortuspil) en instrumentele abortus uitvoeren, stelt Bussemaker. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) maakte eind juli een zaak tegen medewerkers van (WoW) aanhangig bij het Openbaar Ministerie wegens het verstrekken van abortuspillen.