De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) moet de manier van werken verbeteren. Ook moeten het ministerie van Volksgezondheid en de Tweede Kamer zich veel meer met de instantie bemoeien. Dat concludeert de commissie-Hoekstra in een rapport dat donderdag is gepresenteerd.
Commissie-Hoekstra
De commissie werd vorig jaar ingesteld door het ministerie van Volksgezondheid en de Tweede Kamer naar aanleiding van de problemen met de Twente neuroloog Ernst Jansen Steur. De Kamer en het ministerie wilden weten hoe de inspectie was omgegaan met de aanhoudende klachten over het werk van de arts.
Fouten bij zaak Jansen Steur
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft inderdaad grote steken laten vallen bij de afhandeling van klachten over de Twentse neuroloog Jansen Steur van het ziekenhuis Medisch Spectrum Twente. Dat blijkt uit een rapport van een onderzoekscommissie onder voorzitterschap van de jurist Rein Jan Hoekstra, dat donderdag is gepresenteerd.
Doofpotaffaire neuroloog
De neuroloog werd in 2004 door het Medisch Spectrum Twente op non-actief gezet wegens ernstig disfunctioneren. De man ging daarna weer in Duitsland als arts aan de slag. In 2009 sloegen gedupeerde Nederlandse patiënten alarm. De neuroloog had jarenlang in het ziekenhuis Medisch Spectrum Twente verkeerde diagnoses gesteld en verkeerde medicijnen voorgeschreven. Hij had zelf een medicijnverslaving. Daarvoor stal hij receptpapier bij collega’s zodat hij zichzelf grote hoeveelheden kalmerende middelen kon voorschrijven. Het ziekenhuis bleek al lange tijd op de hoogte maar greep niet afdoende in. Ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg liet de boel te veel de boel.
‘Inspectie heeft gefaald’
Volgens de commissie-Hoekstra heeft de inspectie gefaald in het oppakken van de signalen en klachten over de arts. Medewerkers trokken de klachten wel na, maar vroegen niet door, zo constateren de onderzoekers. Ze lieten zich te veel leiden door de sussende informatie van ziekenhuisbestuurders en collega’s van de man.
Aantijgingen commissie-Lemstra
De Tweede Kamer en het ministerie van Volksgezondheid wilden weten of de aantijgingen van commissie-Lemstra aan het adres van de IGZ juist waren en stelden eind vorig jaar een tweede commissie in om dat te onderzoeken. Die commissie-Hoekstra bevestigt donderdag de conclusies. De inspectie was inderdaad precies op de hoogte van de problemen. Toch greep ze niet in. Sterker nog: de IGZ maakte het in 2006 mogelijk dat de man weer als arts aan het werk kon, ook al had de neuroloog niet aan alle eisen voldaan die de inspectie hem had gesteld.
Oppakken misstanden door IGZ
Volgens de onderzoekers worden klachten en signalen over misstanden nog steeds onvoldoende opgepakt door de IGZ. Het gaat dan om individuele klachten van patiënten, familieleden of nabestaanden. Ook is de inspectie ’te terughoudend’ bij klachten die anoniem worden ingediend.
Ministerieel toezicht op inspectie
De commissie vindt dat op het ministerie een aparte eenheid moet komen die zich bezig houdt met de IGZ. Ook moeten leden van de Tweede Kamer (in het bijzijn van de minister) veel vaker overleggen met de inspectie. De afgelopen jaren zijn er vele rapporten geschreven met adviezen hoe het toezicht van de inspectie kan worden verbeterd. In de praktijk verdwenen die rapporten te veel in een la. Die situatie moet volgens de onderzoekscommissie veranderen. (ANP)