Gemeente Den Haag experimenteert met samenwerking in de ouderenzorg. Het Centrum voor Ouderen is een proef die in drie Haagse stadsdelen. Alle schakels in de ouderenzorg werken met elkaar samen.
Het Centrum voor Ouderen geeft onafhankelijk advies, gaat actief op zoek naar kwetsbare ouderen en ontsluit alle zorg- en welzijnsdiensten via één aanspreekpunt.” Eén oudere, één casemanager, één plan vormen de drie uitgangspunten in de werkwijze.
Eén aanspreekpunt
Volgens wethouder Karsten Klein (Jeugd, Welzijn en Sport) is het aanbod aan zorg “een wirwar” waarin ouderen de weg kwijt raken en waarin bovendien schaarse middelen worden verspeeld. Het ontbreekt aan een dominant sturingsprincipe stelt de wethouder. Ouderenzorg wordt op uiteenlopende niveaus verleend: de wijk, het stadsdeel, de stad en de regio. Financiering en vergoedingen vinden plaats vanuit subsidies en verzekeringen, terwijl de scheidslijn tussen overheid en particuliere partijen vaag is.
Om dit in betere banen te leiden wil Den Haag toe naar “een organisatie die per stadsdeel alle ondersteuning aan ouderen bundelt, zonder overlap en versnippering. De oudere en zijn netwerk van familie, vrienden en buren – dus inclusief mantelzorger – staan daarin centraal.”
Drie pilots
Kwetsbare ouderen zijn in kaart gebracht en huisbezoeken afgelegd om behoeften te inventariseren. Het verschil tussen de drie pilots zit vooral in de regie, die in handen is van ofwel gemeente, een samenwerkingsorganisatie van zorg- en welzijnspartijen, of een marktpartij.
Evaluatie
Medio 2013 volgt een evaluatie. Daaruit moet blijken welk regiescenario de voorkeur verdient. De bereikbaarheid en betaalbaarheid van zorg evenals het terugdringen van het aantal intermediaire organisaties staan centraal bij de beoordeling. Vanaf 2014 moeten alle Haagse stadsdelen een Centrum voor Ouderen krijgen.
“Wat de pilots gemeen hebben, is een sluitende en integrale aanpak, waarbij één casemanager de hele zorg- en welzijnsketen ontsluit voor de oudere en zijn omgeving. De grote winnaar is straks de oudere Hagenaar, die niet meer van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Maar ook de gemeente, de zorgverleners en de instellingen worden er beter van, omdat hun diensten gecoördineerd, zonder overlap en behoeftegericht worden aangeboden”, aldus de wethouder.