Het draagvlak voor de dbc-systematiek onder zorgprofessionals in de geestelijke gezondheidszorg is nog altijd bijzonder klein. Op een schaal van één op tien scoort de bereidheid om met dbc’s te werken een 4,3. Het gevoel van betrokkenheid is met een 3,9 nog lager. Een op de drie professionals ziet de dbc-systematiek het liefst helemaal afgeschaft worden. Dit blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit onder 1300 professionals in de ggz.
‘Gebruikersonvriendelijk’
De aversie tegen het werken met dbc’s wordt mede gevoed door de geringe invloed die zorgprofessionals ervaren, constateert onderzoeker Lars Tummers. Niet alleen hebben psychiaters, psychologen en verpleegkundigen het gevoel geen invloed op de landelijke regels te hebben, ook op instellings- en operationeel niveau voelen ze zich buiten spel gezet. Op deze aspecten geven zorgprofessionals gemiddeld een 4,5. Respondenten typeren het dbc-systeem bovendien als ‘zeer gebruikersonvriendelijk’.
Geen bijdrage
Hoewel zorgprofessionals achterliggende doelen als kostentransparantie, kwaliteit van zorg, doelmatigheid en keuzevrijheid voor de patiënt volmondig onderschrijven, zien ze niet hoe de dbc-systematiek hier aan bijdraagt. Op het terrein van transparantie en kwaliteit van zorg geven de ggz-professionals de dbc-systematiek een 3,6, als bijdrage aan doelmatigheid scoren dbc’s een 3,4 en het idee dat dbc’s de keuzevrijheid van patiënten vergroot krijgt een 2,9.
Nekslag
Een op de drie ggz-professionals in het onderzoek zou dbc’s het liefst helemaal zien verdwijnen. “ In een pessimistische bui denk ik wel eens dat veel mensen binnen de GGZ zo gedemoraliseerd zijn geworden dat dit gehannes met DBC’s de nekslag kan zijn voor de GGZ als geheel”, aldus een respondent. “Afschaffen”, vindt een tweede. “Berust op wantrouwen en kost meer geld (in tijd) dan het opbrengt.” “Is te complex om ooit goedkoop en transparant te worden”, oordeelt een derde.
Aanpassingen
Zorgprofessionals die wel enig vertrouwen in de dbc-systematiek hebben, zijn van mening dat het systeem op belangrijke punten moet worden aangepast. Daarbij gaat het ondermeer om betere waarborgen voor de privacy, minder administratieve rompslomp en het uitsluiten van perverse financiële prikkels.