Financiering staat bij veel zorginstellingen nog steeds niet hoog genoeg op de agenda van het bestuur en de raad van toezicht. Dat zegt Herman Bellers, directeur van het Waarborgfonds voor de Zorg (WFZ) in Headline, het magazine van HEAD, de vereniging van financials in de zorg.
“Vroeger kon de financiering van investeringen op een lager niveau in de organisatie worden afgehandeld, want de kosten waren allemaal door de overheid afgedekt. Maar tegenwoordig gaat het om strategische beslissingen die volgens mij op het hoogste niveau thuis horen.”
Bellers (58), die sinds de oprichting vijftien jaar geleden leiding geeft aan het WFZ, legt uit hoe het werkveld van het waarborgfonds en de zorginstellingen de afgelopen jaren veranderd is. Volgens Bellers ziet nog niet iedereen welke consequenties dat heeft.
“In de beginjaren werden leningen van aangesloten zorginstellingen die hun organisatie goed op orde hadden, automatisch door het WFZ gegarandeerd als de overheid een bouwvergunning had afgegeven. Sinds die centrale regeling is afgeschaft, kijken we naar alle factoren die het financiële reilen en zeilen beïnvloeden. Kapitaalkosten zijn weliswaar maar 10 à 15 procent van de begroting, maar de continuïteitsrisico’s zitten in de hele exploitatie.”
Omdat de risico’s door alle stelselwijzigingen zijn toegenomen, zijn ook de beoordelingscriteria aangescherpt. Bij tegenvallers moeten eerst de bij het WFZ aangesloten zorginstellingen worden aangesproken.
“We hebben een buffer waarmee we de eerste tegenvallers kunnen opvangen. Als dat spaarvarken leeg is, gaan we met de collectebus langs de instellingen, en uiteindelijk kunnen we nog met de pet in de hand naar de overheid”, legt Bellers uit. “Het is onze taak ervoor te zorgen dat we niet met de collectebus rond hoeven.”
Turbulent
Bij het WFZ staat momenteel ongeveer negen miljard euro uit aan garanties. Bellers verwacht niet dat dit bedrag zo hoog blijft. “Het bedrag van nieuwe garanties is de afgelopen vijf jaar gedaald van een miljard per jaar naar 900, 800, 700. Vorig jaar hebben we voor 436 miljoen aan garanties verstrekt, voor dit jaar staat 400 gebudgetteerd, maar ik denk dat we dat niet gaan halen.”
Door de scheiding tussen wonen en zorg is het belang van vastgoed afgenomen, maar volgens Beller speelt er meer. “Ik denk niet dat die daling structureel is. We zitten in een turbulente fase. De verwachte volumes dalen en in de huidige transformatie van het beleid is veel onbekend. Zorginstellingen hebben meer vragen over leegstand dan over nieuwbouw. Je weet niet of je de verplichtingen die je vandaag aangaat, morgen nog kunt betalen. Een verstandige bestuurder kijkt dan, net als thuis, eerst de kat uit de boom en investeert alleen als het echt niet anders kan.”
Het totale garantievolume zal de komende jaren dalen, verwacht Bellers, al was het maar doordat een deel van de zorg via de Wmo is overgeheveld naar gemeenten. Het WFZ speelt daarbij geen rol. Op welk niveau het garantievolume zal stabiliseren, durft hij nu niet te voorspellen, zo schrijft Headline.