De geestelijke gezondheidszorg (ggz) heeft in 2015 beter gepresteerd dan in 2014. Ggz-instellingen zagen de resultaten licht stijgen en hebben daardoor hun vermogens- en liquiditeitspositie kunnen verbeteren. Tegelijkertijd blijven investeringen nog steeds uit.
Dit blijkt uit de jaarverslagenanalyse 2015 over de ggz van Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs, die zich baseert op de jaarverslagen van 190 ggz-instellingen – die 92 procent van de omzet in de sector vertegenwoordigen. De 190 organisaties hebben een gezamenlijk positief netto resultaat behaald van 103 miljoen euro (in 2014 was het 77 miljoen euro) op een totale omzet van circa 5,7 miljard euro. De ggz ziet bij nagenoeg gelijkblijvende bedrijfsopbrengsten (+0,1 procent) het totaal nettoresultaat in 2015 verbeteren, doordat de totale bedrijfslasten licht zijn gedaald met 0,4 procent naar een totaal van 5,5 miljard euro.
Ondanks de stelselwijzigingen waarmee de ggz te maken heeft gehad, presteert de sector beter dan verwacht. Een mogelijke verklaring hiervoor is volgens Intrakoop dat de sector tijdig op de veranderingen heeft geanticipeerd. Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat organisaties die uitsluitend actief zijn in de jeugdzorg niet zijn meegenomen in jaarverslagenanalyse. Deze organisaties hebben veelal te kampen met dalende omzetten en een verminderd rendement.
Werkkapitaal
Dat veel ggz-instellingen in 2015 meer armslag hebben gekregen, vertaalt zich ook in een betere liquiditeit en solvabiliteit. De invoering van de DBC’s legde eerder een fors beslag op het beschikbare werkkapitaal van instellingen vanwege het voorfinancieren ervan. Inmiddels hebben de ggz-organisaties de financiering van het werkkapitaal, mede dankzij de zogeheten bevoorschotting van de verzekeraars, op orde gebracht.
In 2015 wordt dat zichtbaar in een verdere verbetering van de liquiditeitsratio. De gemiddelde current ratio laat een verbetering zien van 1,3 naar 1,6. De solvabiliteit van de ggz-organisaties is gestegen van 22,1 procent in 2014 naar 24 procent in 2015. Ook deze verbetering van de solvabiliteit is het resultaat van de positieve exploitatiecijfers. Gemiddeld genomen is het weerstandsvermogen van de ggz-sector daarmee voldoende.
Toch zijn er van de 190 onderzochte ggz-organisaties nog altijd 74 met een solvabiliteitsratio van minder dan de gangbare norm van 15 procent. Bovendien hebben dertien van de 46 instellingen die in 2014 een verlies rapporteerden, ook in 2015 rode cijfers geschreven.
Investeringen
Bij de onderzochte ggz-organisaties lopen de investeringen in 2015 hard terug, namelijk met gemiddeld -18,2 procent, na in 2014 met bijna 40 procent te zijn gedaald. De investeringen in bedrijfsgebouwen en terreinen vormen met 123 miljoen euro de grootste investeringscategorie. Deze investeringen dalen in 2015 met -24,1 procent (2014: -33 procent). Het feit dat de sector grote investeringen lijkt uit te stellen, roept volgens Intrakoop vragen op over de effecten hiervan op langere termijn voor de kwaliteit van de geleverde zorg.
De daling van de inkoopuitgaven met -2,2 procent is een rechtstreeks gevolg van een rem op de investeringen. Op patiënt- en bewonersgebonden kosten is echter niet bespaard. Deze kosten omvatten de uitgaven die het dichtst bij de kernactiviteit van organisaties in de ggz liggen, waaronder therapieën en geneesmiddelen. De totale patiënt- en bewonersgebonden kosten bedragen in 2015 112 miljoen euro. De patiënt- en bewonersgebonden kosten laten met +1,7 procent nog een geringe stijging zien, die iets boven het niveau van 2014 ligt (toen: +0,2 procent).
Vacatures
Ondanks de stelselwijzigingen in de gzz blijft het aantal formatieplaatsen voor het tweede jaar op peil, volgens Intrakoop. De onderzochte ggz-organisaties tellen in 2015 gezamenlijk zo’n 56 duizend fte. Het totaal aantal vacatures daalt daarentegen met 8 procent naar 3.647 vacatures. Organisaties lijken meer moeite te hebben met het vinden van gekwalificeerd personeel: het totaal aantal moeilijk vervulbare vacatures is gestegen met 64 procent naar een totaal van 520 vacatures die langer dan 3 maanden openstaan zonder dat er een geschikte kandidaat is gevonden.
Binnen de personeelskosten valt met name de stijging van de uitgaven aan personeel niet in loondienst op: +6,7 procent. Een deel hiervan is mogelijk toe te schrijven aan extra capaciteit voor de toegenomen administratieve verplichtingen in de sector.
Van de 190 onderzochte ggz-organisaties neemt de top-10 met 2,4 miljard euro in totaal 43 procent van de totale bedrijfsopbrengsten in de sector voor zijn rekening. Parnassia Groep is in 2015 met bijna 122 duizend cliënten en een omzet van 553 miljoen euro veruit de grootste ggz-organisatie van Nederland. De top-5 bestaat verder uit: Lentis (omzet: ruim 243 miljoen euro), Pro Persona Holding (omzet: bijna 229 miljoen euro), Arkin (omzet: ruim 213 miljoen euro) en GGz Centraal (omzet: bijna 198 miljoen euro).